In mijn optiek is het meer het soort toerisme dan de fysieke nabijheid van de grens — dagjesmensen, gemiddeld niet erg hoog opgeleid. In de randstad komen meer Duitsers voor een 'echte buitenlandse' vakantie, en waarschijnlijk meer jongeren (Engels = hip en in).Ardan schreef:Kan best een grensstreek-dingetje zijn (hoewel ik Doesburg toch niet echt meer als grensstreek reken, zal voor een Randstedeling natuurlijk anders zijn), maar zodra ik de grens overga ga ik niet eens proberen me in het Nederlands verstaanbaar te maken. In het grensdorp spreken ze het wel maar verder echt niet.
Om mezelf tegen te spreken: in het Poolse grensdorp Słubice sprak ik ook Duits, omdat ik geen woord Pools spreek en er superveel Duitsers komen. Maar je wordt wel als tweederangs aangekeken.
Je Poolse perikelen probeer ik te lijf te gaan door eerst te informeren of men Engels spreekt — quod meestal non — om dan in iets dat als Duits klinkt door te gaan.
Wat ik wel aardig aan ons volkje vind, is dat we ons zo bewust zijn van het feit, dat Nederlands geen wereldtaal is, en we dus ook meteen (soms te snel) bereid zijn buitenlands (lees Engels) te praten. Toch valt het zonder te overdrijven eigenlijk wel mee met het kleine aantal sprekers van het Nederlands. In totaal zijn dat er toch zo'n 23 miljoen, waarmee Nederlands in de top 100 van grootste talen zo rond plaats 40 komt. Talen als Tsjechisch of Deens halen dat bepaald niet. Engels, Frans, Spaans en (een stuk minder) Duits zijn zulke dikkerds dat Nederlands heel klein lijkt, maar het is feitelijk een middelgrote taal.