OV in Nederland

Ook spoedwet voor aanleg spoor

(Novum) - Behalve een nieuwe spoedwet voor de aanpassing van wegen, moet er ook een spoedwet komen voor de snelle aanleg van spoorprojecten. De Tweede Kamer stemde dinsdag in met een motie hiertoe van de coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie.

Minister van Verkeer Camiel Eurlings (CDA) besloot onlangs de huidige spoedwet wegverbreding aan te passen tot een spoedwet wegaanpassing. Deze wetswijziging is onderdeel van een pakket maatregelen waarmee de bewindsman de aanleg van nieuwe wegen flink wil versnellen.

De Kamer vindt dat het spoor niet moet worden overgeslagen. Het kabinet heeft immers de ambitie om het openbaar vervoer via het spoor jaarlijks met vijf procent te laten groeien. Daarvoor zijn op korte termijn aanpassingen nodig, zoals inhaalsporen en spoorverdubbelingen, aldus de coalitiepartijen.

Eurlings moet van de Kamer nu onderzoeken of aanpassingen aan de spoorinfrastructuur onder de spoedwet wegaanpassing kunnen vallen. Als dit niet kan, dan willen de Kamerfracties weten of er een aparte spoedwet voor spooraanpassingen kan komen en voor welke spooraanpassingen deze wet zou moeten gelden.

Bron: Trouw

'Aanleg weg en spoor kan zeker 10 procent goedkoper’
ANP
gepubliceerd op 19 juni 2008 16:29, bijgewerkt op 19 juni 2008 23:05

DEN HAAG - De kosten van nieuwe wegen, spoorlijnen, tunnels en bruggen kunnen met private financiering minstens 10 procent omlaag. De aanleg kan daardoor ook jaren sneller. Dat concludeert een onafhankelijke commissie in een advies voor de ministers Camiel Eurlings (Verkeer) en Wouter Bos (Financiën). Oud-minister en voormalig bankier Onno Ruding, die de commissie voorzit, overhandigde hun donderdag het rapport.

Ruding voorziet de komende jaren een stroomversnelling. Private financiering in Nederland is volgens hem nu een klein en zielig stroompje, met vier bijna afgeronde projecten en twee in petto. Oorzaken in Rudings ogen is bijvoorbeeld te weinig constante politieke steun.

Eurlings en Bos installeerden de commissie afgelopen najaar in de zoektocht naar meer private investeringen in asfalt en spoor. Eurlings won tegelijk advies in over snellere besluitvorming over de aanleg van infrastructuur. De commissie-Ruding ziet grote voordelen bij zulke samenwerking met het bedrijfsleven, maar wel meer als het gaat om wegen dan om het spoor. Als er privégeld gaat naar spoorprojecten, kan dat tot aanzienlijk duurdere treinkaartjes leiden. Ruding: ‘Dat ligt politiek moeilijk.’

Bij een totale omvang van ongeveer 15 miljard euro aan publiek-private samenwerkingsprojecten (PPS) tot 2020 kan de overheid minstens 10 procent besparen, schat de commissie. De bespaarde 1,5 miljard kan worden besteed aan de snellere aanleg van wegen en spoorwegen die nu later gepland staan. Het geld komt dan niet uit de rijksbegroting.

De commissie roept het kabinet op te praten met de grote pensioenfondsen, zoals APG (ex-ABP) en Pensioenfonds Zorg en Welzijn (ex-PGGM) over een fonds voor de samen op te richten fonds voor de infrastructuur. Zij beleggen hun miljardenvermogens nu wel in infraprojecten in het buitenland, maar nauwelijks in Nederland.

Minister Bos zei in een eerste reactie dat de aanbeveling voor een investeringsfonds ‘nog heel wat vragen oproept’. Het fonds is wellicht een vorm van privatisering van taken van Rijkswaterstaat, waaraan volgens hem haken en ogen zitten. Bos en Eurlings benadrukten beiden dat privaat geld niet gratis geld is. Eurlings nam verder de kritiek op Rijkswaterstaat ter harte. De dienst zou positief staan tegenover PPS maar niet op alle niveaus. Het kabinet komt in september met een standpunt.

Bron: De Volkskrant