Door JULIA BROOS
DELFT - De eerste spade voor de bouw van de spoortunnel in Delft gaat over precies een jaar de grond in.
Het nieuwe ondergrondse station in Delft doet denken aan dat op luchthaven Schiphol.
De nieuwe stationshal wordt op maaiveldhoogte gedomineerd door veel glas, wat het ruimtelijk effect versterkt.
Het verdwijnen van het lelijke bruine spoorviaduct dat de stad al zo lang domineert en letterlijk in tweeën splitst, zal voor de meeste Delftenaren de belangrijkste verandering zijn. Hun gesprekken hoeven straks niet meer onderbroken te worden zodra er een lawaaiige trein langsdendert. En ze hebben geen last meer van de roestdeeltjes die van het viaduct naar beneden fladderen op hun geparkeerde auto’s.
Het ‘gedrocht’ verwijnt in 2013, zodra de eerste treinen ondergronds rijden. De ruimte boven de tunnel komt vrij en dat geeft mogelijkheden. Het zuidelijk deel (richting Rotterdam), dat nu beheerst wordt door een niet al te mooie, met graffiti bespoten Irene-tunnel, verandert straks grotendeels in een stadspark. Op een gebied van ongeveer 40 bij 600 meter verrijzen (hoge) bomen en worden waterpartijen aangelegd. Er komen extra waterbergingen die hard nodig zijn om de regen op te vangen.
Om het stadspark heen verrijzen vanaf 2010 (als de tunnelbak daar inmiddels is uitgegraven) honderden nieuwe woningen: appartementen in de prijsklasse van 185.000 tot 330.000 euro en duurdere stadswoningen van 320.000 tot 425.000 euro. Daarnaast komen er woningen voor studenten en kantoren.
Over bijna de gehele lengte van het huidige viaduct wordt een gracht uitgegraven. Dat betekent dat de woningen aan de Spoorsingel, die nu nog tegen het betonnen viaduct aankijken, straks een riant uitzicht hebben over water en een boulevard op de Phoenixstraat. Hoewel die niet verkeersvrij wordt, zullen de omwonenden het een stuk rustiger krijgen. De huidige autowegen die nu nog de doorgaande route vormen tussen Delft-Noord en Zuid, worden versmald en aangepast om alleen te dienen voor bestemmingsverkeer. Het overige verkeer wordt gestimuleerd om om de stad heen, over de Provincialeweg, te rijden. Trams en bussen blijven wel gewoon over de Phoenixstraat rijden. De herinrichting van de Phoenixstraat heeft tot gevolg dat de ruim driehonderd jaar oude molen De Roos veel beter tot zijn recht komt. Nu nog is hij ingeklemd tussen twee drukke autowegen en valt hij weg naast het hogere viaduct.
Een eng idee is dat de tunnel straks precies onder dit historische rijksmonument moet worden aangelegd. Tijdens de bouw wordt hij volgens Prorail waarschijnlijk tijdelijk op betonnen ‘pootjes’ gezet of verplaatst. Zijn fundering wordt daarna vastgezet aan het dak van de tunnel. Die dubbele tunnelbuis wordt door de Combinatie CrommeLijn VOF (bouwconsortium dat onder meer bestaat uit Dura Vermeer Groep) casco aangelegd volgens de wandendakmethode: eerst worden de wanden op ongeveer 22 meter diepte geplaatst. Daarop komt een betonnen dak dat sterk genoeg is om de bebouwing erboven te dragen. Vervolgens wordt de tunnel onder het dak uitgegraven en verder afgemaakt. Het voordeel van de bouwmethode is dat het leven boven de grond vrij snel kan doorgaan, omdat er alleen tijdens het plaatsen van de wanden en het dak sprake is van een open bouwput. Dezelfde bouwmethode werd onder meer toegepast bij de aanleg van de Haagse Tramtunnel.
De Delftse tunnel komt te liggen op ongeveer acht meter diepte en zal uitkomen in een nieuw ondergronds station dat overloopt in een bovengronds, kolossaal stadskantoor. Dit gebouw verrijst vanaf 2011 pal naast het huidige stationsgebouwtje, dat tegen die tijd overigens een horecafunctie krijgt.
De buitenkant van het nieuwe stadskantoor/station is met zijn glazen puien hypermodern en doet denken aan een flikkerende diamant. De stationshal wordt daarentegen gekenmerkt door de historie. Met op het plafond, hoe kan het ook anders, Delfts blauwe tegeltjes.
Bron: Algemeen Dagblad