Inbesteding aan RET dient nader onderzocht te worden

[Daniel]

Inbesteding aan RET dient nader onderzocht te worden

Den Haag - De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft bij uitspraak van 12 december 2008 een verzoek van Connexxion N.V. om het treffen van een voorlopige voorziening inzake de inbesteding van het busvervoer in de stadsregio Rotterdam aan RET N.V. afgewezen, met de kanttekening, dat de stadsregio Rotterdam in de bezwaarschriftprocedure nader moet onderzoeken of aan de Europeesrechtelijke voorwaarden voor inbesteding is voldaan.

Volgens de Wet personenvervoer 2000 mogen de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) tot 2012 de concessie voor openbaar vervoer zonder openbare aanbestedingsprocedure gunnen aan een interne exploitant (inbesteding). De stadsregio Rotterdam heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en het busvervoer in de stadsregio onderhands gegund aan RET N.V.

Voorwaarde voor inbesteding is volgens Europese rechtspraak dat de aanbestedende dienst op de betrokken opdrachtnemer toezicht uitoefent zoals op haar eigen diensten (het zeggenschapscriterium) en de opdrachtnemer tegelijkertijd het merendeel van zijn werkzaamheden verricht ten behoeve van de concessieverlenende dienst die hem controleert (het werkzaamhedencriterium).

De voorzieningenrechter acht het onvoldoende duidelijk of aan het zeggenschapscriterium is voldaan. Dit moet nader worden onderzocht, maar dit kan niet goed gebeuren in de procedure voor de voorzieningenrechter. Dit zal de stadsregio moeten doen in het kader van de voorbereiding van het nemen van de beslissing op het bezwaar van Connexxion N.V.

Ook de andere argumenten die Connexxion N.V. had aangevoerd kunnen volgens de voorzieningenrechter van het College niet leiden tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek van Connexxion N.V. is daarom afgewezen.

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven