@CamilleKreemers. Dat zijn hele interessante berekeningen die je laat zien. Ik heb nog wel een paar aanmerkingen.
1. Bedrijven betalen wel accijnzen, maar geen btw. Btw is een belasting voor de consument, die door bedrijven betaalt wordt. Volgens mij geldt dit ook voor busbedrijven. In de prijs zit 6% btw. Die trek je in jouw berekening heel juist af (ik had het over het hoofd gezien). Die 5 euro extra voor de btw op de diesel trek ik dus wel af.
2. De werkgeverspremies zijn echt niet gelijk 100% van het uurloon. Je kunt het op deze website
http://www.berekenhet.nl/ondernemen/loo ... gever.html berekenen. Bij een uurloon van € 12,50 is het weekloon € 500. Dat geeft € 35.278,- werkgeverslasten, waarvan de werknemer € 26.000 ontvangt. De werkgeverspremies bedragen dus € 9278. De werkgever betaalt dus 35,7% meer dan het brutoloon. De totale loonkosten voor de rit Ut - Bd bedragen dan 16,53 x 1,357 = 22,43. Je rekent dus 16,53 * 2 - 22,43 = € 10,63 te veel aan. Dat trek ik ook af.
Verder kloppen je bedragen denk ik wel.
Ik kom dan uit op 118,14 - 5 - 10,63 = € 102,51.
Daarbij komen dan inderdaad nog kosten voor cursussen, informatievoorziening, cameratoezicht in de bus, bushaltes en ov-chipkaart. Aan de andere kant zijn er weer opbrengsten uit advertenties in en op de bus, boetes, e.d.
Je zal in totaal wel rond de € 110 aan kosten per rit komen. Dat is echter nog altijd een stuk lager dan de € 150 waar je eerst mee rekende. Dat is verder niet echt belangrijk, maar wel goed om te weten.
Stel dat er die rit gemiddeld twintig reizigers zijn die aan voltarief reizen (€ 9,50) en vijf reizigers die aan gereduceerd tarief reizen (de helft met 40% korting, de helft met retourkorting, dus gemiddelde opbrengst € 5,60). Dat geeft 20 x 9.50 + 5 x 5,60 = 208 euro opbrengst aan kaartverkoop. Dat is 98 euro winst per busrit.
We zijn het er over eens dat de Brabantliner meer moet concurreren met de trein. Aangezien het verkorten van de reistijd moeilijk is, verlagen we de prijzen met 25% procent. Breda - Utrecht voltarief kost dan nog maar € 7,13 (€ 1,97 goedkoper dan trein), met 40% korting kost de reis nog maar € 4,28. Een retourtje kost dan € 8,25, dus € 4,13 per enkele reis. We verwachten dat het aantal reizigers daardoor met 15% toeneemt (een voorzichtige schatting kan nooit kwaad). Deze 15% extra reizigers proppen we nog in dezelfde frequentie (anders wordt de berekening wat lastig).
Na de prijsverlaging zijn er 23 reizigers aan € 7,13, 2,875 reizigers aan € 4,28 en 2,875 reizigers aan € 4,13. Dat geeft een opbrengst van € 188,17 per rit.
De winst gaat met € 19,83 omlaag, ook al zijn er 15% extra reizigers. Dit bedrag zal, om Veolia over de streep te trekken, door overheid (waarschijnlijk de provincies Noord-Brabant & Utrecht) bekostigd moeten worden. De bus rijdt grofweg op werkdagen 30 keer, dus 60 keer in beide richtingen. In het weekend zeg 20 keer, dus 40 keer in beide richtingen. Dit geeft de volgende berekening: 19,83(60 x 5 x 52 + 40 x 2 x 52) = € 391.840,80 aan overheidskosten per jaar.
Bijna 4 ton om 15% meer reizigers te trekken op het traject Breda - Utrecht. Sommigen zullen dat weinig geld vinden, anderen zullen dat juist te duur vinden. Vierhonderdduizend euro per jaar is in ieder geval een koopje vergeleken met de aanleg van een spoorlijn Breda - Utrecht. Volgens een studie (zie eerdere posts) bedragen de exploitatiekosten van die lijn alleen al € 70 miljoen per jaar.
Tot slot wil ik wijzen op de positieve externe effecten van het bevorderen van de busdienst. Hoewel een bus meer uitstoot genereert dan een trein, levert het nog steeds aanzienlijke positieve externe effecten op voor de maatschappij. Een deel van de 15% extra reizigers zullen mensen zijn die normaliter per auto tussen Utrecht en Breda en tussengelegen plaatsen reizen. Dit genereert positieve externe effecten door minder brandstofverbruik, minder uitstoot van broeikasgassen, minder vervuiling, minder geluidsoverlast, etc. Ik ben ervan overtuigd dat deze positieve externe effecten groter zullen zijn dan 4 ton per jaar. Natuurlijk generen positieve externe effecten geen belasting, maar de maatschappij als geheel zal er wel van profiteren. Je moet daarom ook altijd positieve externe effecten in dit soort kosten / baten berekeningen meenemen.
Natuurlijk is bovenstaand stuk geheel hypothetisch. Er zullen vast kosten en baten zijn waar wij als leken geen weet van hebben. Iedereen is dan ook welkom om aanpassingen (natuurlijk met onderbouwing) te verrichten aan mijn berekeningen of om met eigen berekeningen te komen. Het is ook niet mijn bedoeling om een rapport of studie te verrichten op dit onderwerp; ik wil slechts een beeld schetsen van de situatie en van de mogelijkheden in reactie op de eerdere berichten op dit onderwerp.
Reacties op dit stuk (waar ik wel even aan heb zitten werken) zijn zeer welkom.