Deel 3 waarin ik Toronto en Niagara Falls bezoek is hier te vinden.
Differenz der Ortszeit gegen Berlinerzeit "10 Minuten"
Lauenförde-Beverungen
Het heeft effe geduurd, maar hier is dan het vierde deel van de Amerikareis van begin dit jaar. Ik heb in het vorige deel Canada verlaten en ik ben in een regionaal vliegtuig met de uitstraling van een touringcar onderweg naar een nieuw land: de Verenigde Staten. In een uur steek ik twee meren over en land ik op Chicago O’Hare. Na twee weken in Canada is het plan dat ik nog een week in de Verenigde Staten zal spenderen, om onder meer één best wel groot bucketlist-item af te strepen en daarvoor moet ik naar Indianapolis in de staat Indiana.
Van alle steden in de Verenigde Staten die als eerste in je opkomen, zullen waarschijnlijk noch Chicago noch Indianapolis de steden zijn waar je als allereerst naartoe wilt gaan tijdens je allereerste bezoek aan de Verenigde Staten. Voor mij is die gedachte niet anders, maar het leven kan soms raar lopen als je dan toch uiteindelijk in Chicago terecht komt.
Met nog een half jaar voor vertrek was ik op zoek naar vluchten tussen Toronto en Indianapolis en hoewel er interessante vluchten tussen zaten, heb ik indertijd niet meteen toegeslagen, met als gevolg dat toen ik wel ging boeken, de prijzen voor deze vluchten alweer onaanvaardbaar hoog waren. Ondanks dat heb ik toch een redelijk tolerabele manier gevonden om in Indianapolis te komen, namelijk via Chicago, al zal ik vanuit Chicago nog over de grond naar Indianapolis moeten. De hemelsbrede afstand tussen die twee steden is zo’n 265 kilometer, wat niet ontzettend ver is voor Amerikaanse begrippen, maar ja, dan heb je het nog steeds over de Verenigde Staten, met een openbaar vervoer dat nog lang niet zo gesofisticeerd is als bij ons. Daarover later meer.
Als ik dan toch vlieg naar Chicago, had ik ook vanuit Canada over land naar Indianapolis gekund, namelijk via Detroit, maar met een gebrek aan treinen en bussen tussen Detroit en Indianapolis die het mogelijk maken om op een 'gezonde' manier in één dag daar te raken is vliegen gewoonweg logischer. Als ik meer tijd gehad zou hebben, zou ik misschien via Holland in Michigan gegaan zijn en laat dat Holland toevallig ook een treinstation hebben, zij het met een grafdienstregeling… Holland is echt niet de enige stad in deze uithoek met een matige bediening.
Na Chicago ga ik in dit deel per bus naar Indianapolis en per langeafstandstrein van de Amtrak naar Washington DC.
Chicago - Indianapolis
Onderweg naar Chicago merk ik al aan boord van het vliegtuig dat ik naar ‘Amerika’ aan het gaan ben. De luchtvaartmaatschappij United heeft een innig partnerschap met Coca Cola en dat laten ze graag merken op servetjes en met de drankjes die aangeboden worden. Het personeel aan boord verstaat mijn Brits-Engels moeilijk en ik versta hun dikke Amerikaanse accent ook moeilijk. Dat belooft nog wat te worden…
We landen op tijd (ook al gaat de klok een uur terug hier in Illinois) en zonder dat ik er erg in had kom ik in een corridor terecht die eindigt bij de metro. Best gek eigenlijk: ik ben niets tegengekomen wat betreft douane of wat dan ook. Ik kon na landing zo doorlopen en da’s best gek in vergelijking met Canada waar je allerlei paden moest vullen en dingen moest invullen en dergelijke. Als je je bedenkt dat je in een land bent waar zo een beetje alle denkbare veiligheidsmaatregelen genomen zijn sinds 2001 is dat helemaal gek. Misschien hebben Canada en de VS wel iets van een douaneovereenkomst, want tja, als mijn paspoort al is gezien door een Amerikaanse grensambtenaar op nota bene de luchthaven van Toronto, dan moeten zij het onderling wel al prima vinden, me dunkt. Hoe dan ook: immigratie ging verrassend eenvoudig en zo stond ik binnen een mum van tijd aan de kaartautomaten om een kaartje te kopen voor naar het centrum.
O’Hare International is verbonden met de L-Train, een bijnaam voor het metronetwerk dat door het bedrijf CTA wordt uitgebaat, waardoor je vrij gemakkelijk en betaalbaar (een enkele rit kost $2,50) downtown raken kunt. Het is eigenlijk nog niet zo heel erg lang dat de Blue Line is verlengd tot aan de metro, maar gelukkig hebben ze dat gedaan.
Aan de kaartautomaat merk je meteen dat je in een ander land bent: het ding vraagt om een postcode en omdat Amerikaanse postcodes uit vijf getallen bestaan en onze uit vier met twee letters, zal onze notatie je niet verder helpen aan deze automaat en je moet tegelijk voorkomen dat je de ZIP-code verwart met je PIN-code. Om te maskeren dat je uit het buitenland komt volstaat het om vijfmaal de nul in te toetsen en die truc zal ook werken in bijvoorbeeld New York City.
307. Met deze trein rijd ik naar Downtown Chicago.
308, 309. De treinen van de L-Train zijn ongeveer 40 jaar oud en de rijkwaliteit is verschrikkelijk, want als je je niet vasthoudt bij het oprijden van een wissel, lazer je al om terwijl je zit op een bank. De rit naar het centrum duurt langer dan een half uur en onderweg kom je onder meer door drie gesloten station gereden, rij je langs een halte genaamd Harlem (die later op de lijn nog een keer voor zal komen, op een totaal andere plek) en een halte genaamt Chicago. Kun je nagaan: “ik moet naar Chicago”. Ja, no shit, maar wáár in Chicago? “Naar Chicago!” en eer je gespreksgenoot dat doorkrijgt is de metro al weg.
310. Ik stap uit aan de halte Monroe, een ondergrondse halte in Downtown Chicago. Deze halte is bijzonder, samen met twee andere haltes genaamd Jackson en Washington, want die drie stations liggen aan één en hetzelfde perron het is mogelijk om over dat lange perron te wandelen van Jackson naar Washington, zonder dat je door de poortjes moet en zonder dat je de metro neemt. Waarom dat kan? Ik heb werkelijk geen idee, maar het kan, dus is het noemenswaardig. Dat je binnen de poortjes langs drie haltes van de Blue Line kunt lopen is dus mogelijk, maar dit kan precies ook aan de Red Line, waar het zelfs nog aparter wordt: daar heb je wel vier aaneengesloten haltes die dezelfde zijn als die op de Blue Line + de halte Lake, alhoewel Washington al jaren buiten gebruik is (en tóch kun je er langs doorheen lopen; er zijn immers geen borden die je verbieden om er doorheen te lopen). Dit perron aan de Red Line is zo ontzettend lang dat dit het langste perron van heel Noord-Amerika is.
XX. Bewegende beelden.
- Spoiler: show
311, 312. De Blue Line werd pas later aangelegd dan de andere lijnen en als je stations aan de Blue Line vergelijkt met bijvoorbeeld haltes die aan de Red Line liggen, merk je dat er in die tijd meer aandacht is geschonken aan decoratie. Alleen al de toegang tot de andere stations (Monroe, Washington) zijn veel soberder uitgewerkt.
Eenmaal boven de grond is het even spannend. Ik ben nu op straat in de stad waar de meeste moorden plaatsvinden in de Verenigde Staten. Met 697 moorden in 2022 komt dat neer op gemiddeld twee moorden per dag. Vergeleken met de 133 moorden in Nederland is het niet meer dan begrijpelijk dat deze stad ook wel “Chiraq” wordt genoemd, als twijfelachtige knipoog naar Irak. Tenminste ieder kwartier hoor ik wel een sirene hier en de politie lijkt overal wel aanwezig te zijn.
Ik heb slechts vier uur de tijd om een indruk te krijgen van deze stad, maar los van de geweldsstatistiek ben ik verrast over de stad: het is wel vet om hier rond te lopen. Het is niet zomaar een verzameling saaie en inspiratieloze straten en torens: het is zowaar een beetje divers qua architectuur, enkele gebouwen zijn oud genoeg dat ze gebouwd zijn in een tijdperk waarin gebouwen nog moesten pronken in classicisme en dergelijke.
313. De Novabus, ik heb je bijna gemist. Met je fietsenrek voorop. En kijk: dat rek wordt gebruikt!
314. Dit straatbeeld is wel majestueus eigenlijk en dat gevoel had ik veel minder in Toronto.
315. Er is een rivier die dwars door downtown Chicago stroomt (die ze ook maar de Chicago hebben genoemd). Aan het begin van de rivier heb je Lake Michigan.
316. ‘Merica!
317. Enneuh… ja. Als je dacht dat je voor een Trump Tower alleen in New York moest zijn, had je ‘t mis…
318. Leuk weetje: de L in L-Train staat voor elevated en dat is ergens een 'eerlijkere' naam dan bijvoorbeeld London Underground, waarbij het merendeel van het netwerk boven de grond ligt. Hier ligt zeker het overgrote deel boven de grond, zelfs in Downtown Chicago. Daar heb je namelijk “The Loop”, een bovengrondse constructie, boven de straten, ingepropt tussen de wolkenkrabbers en flats (mag je die zo noemen?), waarbij je in een cirkel zo rondom door de stad heen kan denderen met deze 40 jaar oude bakken op 100 jaar oude infra. Damn, wat maakt dat een partijtje herrie, zo op die oude, op het oog onverwoestbare infrastructuur…
Chicago heeft los van de L-Train ook andere treinnetwerken. Je hebt treinen van Amtrak die Chicago aandoen; je hebt voorstadstreinen met de naam Metra, waarbij elektrische dubbeldekkers de wijde omgeving bedienen; en je hebt de South Shore Line.
319, 320. Aan de kust van Lake Michigan ligt het station Van Buuren Street en dat station heeft, net als Square Victoria in Montréal een art-nouveau ingang die uit Parijs komt. Ik heb mazzel gehad deze nog te kunnen zien, omdat deze bijzondere ingang waarschijnlijk op den duur gesloopt zal worden bij de aanstaande grote renovatie van dit station.
321, 322. Vanop een voetgangersbrug heb je een mooie blik op de (super aerodynamische) Metra-treinen. Ik heb geen treinen van de South Shore Line gezien.
323. Diezelfde voetgangersbrug, maar dan de andere kant op gekeken…
324. Dan, wat ook een hoogtepunt zou moeten zijn: Chicago Union Station.
Het Union Station was die dag helaas niet toegankelijk omdat één of ander evenement daar plaatsvond. Reizigers die op dat moment toch met de trein moesten, moesten op zoek gaan naar de vervangende, verstopte ingang. Er stonden een paar klapborden langs het grote, statige gebouw, met een beschrijving waar die ingang zou moeten zijn, maar daarvoor moet je zowat wel om het hele gebouw heen lopen.
Na een paar uur is het tijd om verder te gaan naar Indianapolis. Er is een treinverbinding tussen Chicago en Indianapolis, maar deze trein heeft een ronduit matige dienstregeling die niet goed uitkomt voor mij. De trein rijdt drie keer in de week en als ‘ie rijdt, vertrekt deze pas laat in de avond om pas vlak na middernacht aan te komen in Indianapolis, wat volkomen ruk is. Een beter alternatief is de langeafstandsbus en een monument onder de Amerikaanse langeafstandsbussen is de Greyhound. Er blijkt een Greyhound-bus te rijden tussen Chicago en Indianapolis op een gunstig tijdstip en ik heb die bus ook maar geboekt voor iets van $33.
Langeafstandsbussen in de VS zijn berucht. Of ze zijn gigantisch vertraagd, of er is gezeik aan boord, letterlijk en figuurlijk. Je vindt er allerlei lagen van de bevolking: studenten, mensen die werk zoeken, mensen die naar een klus toe gaan ergens ver weg, bejaarden die naar huis toe gaan, avontuurlijke (jeugdige) reizigers zonder budget die heel het land willen doorkruisen, daklozen… Reizen met de bus is een heel andere beleving dan dertig jaar geleden. Toen was internet nog niet echt een ding, was het nog niet verplicht om een identiteitsbewijs te hebben om te kunnen boeken en waren de omstandigheden op busstations en aan boord van bussen beter dan vandaag de dag. Er is flink bezuinigd op het personeel, de busstations en het onderhoud van de bussen waardoor je voor ieder vertrek een schietgebedje moet doen voor een behouden vaart (dat moet je in Nederland ook steeds vaker) en toch maar eens na moet denken waarom je niet gewoon de auto neemt.
325. Het busstation ligt op tien minuten wandelen vanaf het Union Station. Het bestaat uit een vrij groot gebouw dat de uitstraling heeft van een garage. Geen parkeergarage weliswaar: de bussen parkeren buiten, maar wel onder een afdakje. Bussen parkeren recht vooruit tegen het gebouw aan, waarbij de toegangsdeur tot het perron uitlijnt met de voorste deur van de bus. Toen ik in Chicago het gebouw binnenliep klonk er luide Beierse jodelmuziek en dat is toch wel echt de laatste plek waar ik die muziek zou verwachten. Waarschijnlijk doen ze het om te proberen daklozen en ander schimmig volk buiten te laten.
XXI. Bij het binnenkomen van het busstation word je in bijzondere sferen gebracht met Beierse jodelmuziek. Dit is toch wel echt de laatste plek waar ik die alpenmuziek zou verwachten. Waarschijnlijk zetten ze die herrie op om of de faint-hearted klanten zijn weg te houden, of om te proberen daklozen en ander schimmig volk buiten te houden.
- Spoiler: show
Als je het gebouw binnenkomt, moet je langs een balie, waar je gevraagd wordt om je ticket te laten zien. De jongedame achter de balie is iemand van een leeftijd waar je van zou verwachten dat die studeert, en het is merkbaar dat die hier niet zitten omdat ze zo gepassioneerd zijn van bussen. Het is soms moeilijk de mensen hier te begrijpen door de manier hoe ze Engels praten (ik kijk zeker te weinig Amerikaanse series?), maar ik ontdek wel dat de jongedame wat moeite heeft met mijn e-ticket. Ze betwijfelt of de bus vandaag wel rijdt en vraagt ook nog “Weet je zeker dat die vandaag wel rijdt?” en ik begrijp ook wel waar de vraag vandaan komt, omdat de tijd van het moment van boeken afwijkt van de tijd die vandaag weergegeven wordt, maar het ritnummer komt tenminste overeen en Indianapolis is ook aangegeven als tussenhalte, dus tja, ik heb geen reden om aan te nemen dat dat niet klopt.
Nadat ik ingecheckt heb en ik de wifi gevonden heb (ik overleef deze hele tocht al op wifi met een VPN-laag) komt er een gast binnen met een grote stok en meerdere mantels om zich die aandacht wil en na een tijdje begint te schreeuwen en informatieborden omver trapt en beukt. Er is geen politie aanwezig, maar voordat er politie aanwezig is, is de man na een tijdje alweer verdwenen. De toon is gezet: als dit het publiek is dat met die bus mee moet, wordt het een lange, heel lange vier uur over de Interstate.
326. Impressie van de wachtruimte.
327. Bussen komen aan bij hun perron, waarna iemand van die bus de deur opent en de mensen naar buiten toe roept.
Vlak tegen de vertrektijd wordt de bus aangekondigd met +5, wat nog meevalt, maar er moest wel iets raars gebeuren mocht nu al er een enorme vertraging zijn, omdat - gelukkig - de bus zijn route in Chicago begint. De eindbestemming is Louisville in Kentucky en in tegenstelling tot wat in mijn boekingssamenvatting aangegeven staat, slaat deze bus de halte in Lafayette over. Ik heb bij mijn boeking een stoel gekozen en die stoel is helemaal voorin, zo ver mogelijk van het toilet vandaan. De bus ruikt lichtjes naar van alles en nog wat: urine, zweet, een gebrek aan hygiëne, maar het is uit te houden voor vier uur. Het comfort van de stoel is goed, er is wifi, er is een stopcontact die voor de verandering er niet levensbedreigend uitziet.
328, 329. De bus is aangekomen, tijd om in te stappen…
Na het instappen besluit ik om meteen maar een tukje te doen, maar een uur later zijn we nog steeds Chicago niet uit. Het verkeer is dermate druk, dat we alleen maar stil hebben gestaan. Pas aan de rand van Chicago kunnen we een beetje doorrijden, tot we tolpoortjes in de staat Indiana bereiken en we voorbij de plaats Gary zijn, waar de tijd weer een uur vooruit kan.
330. Met zoveel vlak land kun je wel duizenden van die turbines kwijt…
331, 332. Aangekomen in Indianapolis, vlak voor zonsondergang. Wel grappig hoe het lot ons allemaal tart: ‘Greyhund’ doet meer recht aan de jodelmuziek… Uiteindelijk hebben we anderhalf uur vertraging bij elkaar gereden en we zullen uiteindelijk ook met bijna zoveel vertraging aankomen in Indianapolis.
Indianapolis
Ik ben in Indianapolis voor één ding: de Indianapolis 500. Het is een jaarlijkse race van 500 mijl (iets meer dan 800 kilometer) met een aanloop van meerdere dagen in de vorm van vrije trainingen en kwalificaties. Het evenement met alles wat erbij hoort is al meer dan 100 keer gehouden, sinds 1911. Auto’s rijden 200 rondes over een, wat heet, ‘ovale’ baan (hoewel de baan eerder een rechthoek is met ronde hoeken) met snelheden tegen de 240 mijl per uur, ofwel 386 kilometer per uur.
Hoewel ik inschat dat het gemiddelde publiek hier niet zo veel geeft om autosport, laat ik wel een paar beelden zien om een idee te krijgen van dit evenement. Als je dat echt niks kan boeien kun je altijd nog op zoek naar foto 349.
333. De dag vóór de race heb ik de mogelijkheid om mijn tickets op te halen. Ik kon ze ook op laten sturen, maar de kosten om die per post overzees op te laten sturen zijn excessief en dan kies ik er toch maar voor om ze de dag van tevoren bij een kantoor van de Speedway zelf op te gaan halen. De dag van tevoren is het erg rustig en hoef ik ook helemaal niet te wachten, maar als ik dat op de dag van de race zou gaan doen zou ik denk ik in een hel terecht komen.
334, 335. Met de tickets binnen is het tijd om een parade te gaan aanschouwen in Downtown Indianapolis (of ‘Indy’ zoals het ook wel genoemd wordt), die in het teken staat van de race.
336. Omdat ik qua vervoer al voorzien ben, heb ik geen openbaar vervoer (nodig) in Indianapolis, ook al is het aanbod aan bussen in Indianapolis degelijk. Wel zal ik her en der wat IndyGo-bussen tegenkomen, zowaar een ander type bus dan de gemiddelde Novabus: een Gillig Low Floor bus, hier langs de parade in dienst als ‘verkoelingsbus’.
337. We worden overal en nergens stilaan opgezweept voor de chaos en gekte die morgen komen gaat.
De race begint op zondag om 12:00 in de middag, maar ik moest al om 4:00 mijn bed uit om een uur later onderweg te gaan naar het circuit. Naar schatting komen zo’n 300.000 mensen op zondag op de race af en dan is het niet verwonderlijk dat verkeer naar het circuit toe rond zes uur al vast staat, inclusief met mensen die van buiten de enorme rij proberen te ritsen, wat hen komt te staan op een welgemeende fuck you! en de rijen worden ook strak gehouden zodat niemand er tussen wurmen kan.
Nu vraag je je af: hoe zit het dan met het OV? Hoewel de Indianapolis Motor Speedway veel meer en bredere toegangswegen heeft dan Zandvoort, zullen op Race Day alle wegen in de hele wijde omgeving vast komen te zitten. Hier komen geen treinen of wat dan ook, dus zou alles met bussen gedaan moeten worden, maar aangezien hier bij de Speedway eveneens geen busbanen zijn, zullen die bussen ook vast komen te zitten in het verkeer en daarom is besloten om het hele OV hier op de zondag van de race plat te leggen. Je leest het goed: er rijdt geen enkele bus op die dag. Je zal met de auto moeten komen, al kun je ook een shuttledienst regelen met de Speedway. Het is ook mogelijk om met de fiets te komen, aangezien er fietsenstallingen zijn bij gate 1, 6 en 9 en er zijn ook nog eens fietsen te huur in de stad (al is het verstandig om dat ruim van tevoren te regelen). Ik heb voor de rest geen problemen om op de Speedway te komen: gelukkig heb ik dus al vervoer geregeld bij kennissen in Indianapolis bij wie ik verblijf. Als ik dat vervoer niet had, zou ik echt op de fiets gegaan zijn en had ik al die auto’s die in de eindeloze files staan uitgelachen omdat ik gewoon over de stoep er gemakkelijk langs kon trappen.
338. Na een engelengeduld zijn we om zeven uur dan eindelijk binnen… Met nog zo veel tijd voor het begin van de race is het tijd om rond te kijken.
339. Dit soort auto’s zullen de rondes gaan doen.
340. Er doet een Nederlander mee aan deze race en die begint de race vanaf de tweede startplek. Hij finishte helaas niet erg hoog na een ongeluk.
341. Bocht 1: hier komen 33 auto’s met 380 kilometer per uur door gescheurd. Mijn tribune is links in beeld te zien. Het is ergens wat onwerkelijk om daar dan enkele uren voor de start zo rond te lopen.
342. Het rechte stuk.
343. Ik weet niet of het een bewust grapje is, maar deze auto’s, Indycars, zijn beslist geen Formule 1-auto’s, al heeft men van de Indianapolis Motor Speedway wel een service truck de naam F1 gegeven…
344. Het is intussen 10 uur, ik ben wat souvenirs en degelijke rijker en ik heb mijn plek alvast ingenomen. Het is nu nog rustig.
345. Een paar uurtjes later, vlak voor de start… Het is mudjevol!
Alle ceremoniële halleluja wordt boven gehaald hier: een orkest, eerbetonen aan het leger (taptoe, moment van stilte), veel clips over de geschiedenis van deze race, een officiële (!) zegening van de coureurs en de race door de plaatselijke pastoor, God Bless America en the Star Spangled Banner worden gezongen, er zijn twee flyovers en vlak voor de start wordt nog eens een plaatselijk cultlied gezonden om ten slotte “Drivers, Start Your Engines!” te horen waarna de auto’s opgestart worden. Er worden een aantal ceremoniële rondes gehouden worden voor het publiek, waarna de auto’s in rijtjes van drie de race aanvangen. Het kan gruwelijk fout gaan bij de start, omdat je toch maar moet hopen dat die 33 auto’s elkaar heel houden terwijl ze met z’n allen in de eerste bocht duiken, maar hé, het ging zowaar goed dit keer.
346. Die ceremonies zijn een serieuze zaak.
347, 348. Het veld is los.
Na een bijzondere dag is er wat tijd om bij te komen van alles en is er de tijd om wat meer van de stad zelf te zien.
349. Aan de rand van Downtown heb je een kanaal en langs dat kanaal is het rustig en het ziet er netjes uit.
350. Aan de paar wolkenkrabbers die hier zijn, ontkom je moeilijk.
351. Rechts in beeld op foto 350 zie je ‘m al staan: een klok. Niet zomaar een klok: het is een stoomklok en dat betekent effectief dat het ding wordt aangedreven door stoom!
352 - 354. Nog wat meer langs het water.
355. Voor de liefhebbers, een brandweerwagen.
356 - 358. Tijd voor wat meer OV-gerelateerde dinges: hier zie je een verhoogd stuk spoorlijn, wat men een People Mover noemt. Deze baan verbindt sinds 2003 drie ziekenhuizen (hun vestigingen) met elkaar, maar sinds 2019 ligt dit alles er maar ongebruikt bij omdat de treinen opgeheven zijn.
359. Ondanks dat de Speedway zelf geen busbanen heeft, heeft Downtown Indianapolis zelf weer wél busbanen…
360. Omdat de steden hier in Amerika uit blokken bestaan, worden de busbanen ook opgeknipt op ieder kruispunt. Hier komt een IndyGo Rapid bus voorbij gereden.
361. Nu we toch downtown zijn, dan nog wat meer impressies.
362. Een oorlogsmonument, het Indiana War Memorial.
363. Ooit vond men dat men een winkelcentrum boven een kruispunt moest bouwen. Dat heeft geleid tot dit futuristische beeld.
364. Je kan alles in saaibouw aanleggen, maar deze architect dacht bij zichzelf: dat kan kitscheriger.
Naar Washington met Amtrak en de Cardinal
Na een aantal dagen in Indianapolis is het tijd om de Hoosier State te verlaten en onderweg te gaan naar de East Coast. Ik kan vliegen, maar ik heb mijn verblijf in Indianapolis verlengd zodat ik alsnog met de trein terug kan. Zoals ik al schreef is het treinaanbod in Indianapolis niet veel soeps, met drie treinparen per week die dat station aandoen. De enige trein die daar komt wordt de Cardinal genoemd en die rijdt tussen Chicago Union Station en New York City Moynihan Train Hall, via Indianapolis, Cincinnati en Washington DC. Het is een trein die bestaat uit bedden en restauratiefaciliteiten. Het is dus een echte, degelijke langeafstandstrein voor zo’n groot land als de Verenigde Staten. Er is helaas alleen geen panoramarijtuig.
Ik heb een reis met deze Cardinal geboekt, tot aan Washington DC. Die tocht zal achttien uur en 29 minuten duren en onderweg zal de trein 20 haltes aandoen. Ik heb een roomette geboekt, wat qua prijsniveau hetzelfde moet voorstellen als een couchette, behalve dat het comfortniveau hetzelfde is als een compartiment in een slaapwagen in Europa. Amtrak heeft ook zogenoemde bedrooms, die twee keer zo groot zijn qua oppervlak als een roomette, vooral geschikt voor groepen en families. Ik heb voor mijn roomette (die heb ik gelijk ook helemaal voor mijzelf, yay) 329 dollar betaald en bij dat bedrag zitten drie maaltijden en één alcoholische versnapering inbegrepen. Als je je bedenkt dat een privé-compartiment in een slaapwagen in een Nightjet al 251 euro kost waarbij geen restauratie aanwezig is en je een simpel ontbijtje krijgt in de vorm van een paar sneetjes brood, net te weinig broodbeleg, een bekertje yoghurt en een warme drank, is de nachttrein van Amtrak veel meer waar voor je geld en ook nog eens betaal je per kilometer in verhouding véél minder.
Net als met de Greyhound heb ik nog mazzel, denk ik, dat de Cardinal pas in Chicago begint; dat de trein dus nog aan ‘het begin’ van de route is. De kans op gigantische vertragingen is dan ietsje kleiner, maar die gedachte kan ook volkomen onzin zijn. De trein kan immers vlak na Chicago een aanrijding krijgen waardoor de boel drie uur vertraagd raakt en ik alsnog misschien zelfs tot zonsopkomst vast zit in Indianapolis.
Los van de Cardinal kon ik als alternatief ook terugreizen naar Chicago en daar op een andere trein stappen richting het oosten, want er zijn nog een paar andere treindiensten die vanuit Chicago naar de oostkust rijden: je hebt de Capitol Limited die via Cleveland en Pittsburgh naar Washington DC rijdt en je hebt de Lake Shore Limited die via Cleveland en Buffalo NY (in de uithoek waar Niagara Falls ligt) naar New York City gaat. Het zou betekenen dat ik weer one way or another naar Chicago terug moet en daar zat ik eigenlijk nog minder op te wachten dan een vertrek na twaalven.
365. Het stationsgebouw van Indianapolis (Union Station, alsof alle stations hier zo moeten heten). Het gebouw is al jaren niet meer in gebruik als zodanig, maar het staat er nog wel potsierlijk bij. De rest van het station zie je eigenlijk niet vanaf hier. Het spoor is hooggelegen, op een viaduct, onder een afkapping.
366, 367. Omdat de trein pas na middernacht vertrekt, zal ik me in de tussentijd moeten vermaken in de avond. Ik heb dat prima kunnen doen tot ongeveer elf uur, door in een restaurant uitgebreid te gaan zitten eten en drinken (zowaar eens geen fast-food, het kan dus wel hier). Het restaurant ging wat vroeger dicht dan normaal omdat het rustig was en men blijkbaar dan een beleid heeft van ‘dan heeft het geen zin meer om open te blijven’. Het personeel was tegen sluitingstijd aan het praten over wat de ‘nationale’ taart is per staat en toen ze dat aan mij vroegen moesten ze wel even opzoeken wat ‘vlaai’ is en uit welke staat ik dan wel niet moest komen. Bij het afrekenen ervoer ik weer eens problemen met het betalen per creditcard, maar ja, dat is waarom je emergency cash bij je hebt. HMSHost International en Atos, hou eens op mijn bank te discrimineren! Of mijn bank moet eens niet zo protectionistisch en awkward doen, ik zal wel nooit begrijpen hoe die onzin met bankkaarten werkt.
368. Met het overgebleven uur kon ik eigenlijk alleen maar naar de wachtruimte gaan op het bus- dan wel treinstation. Via het stationsgebouw kom je niet binnen: je zult om moeten lopen, langs een hotel, onder het spoorviaduct door…
Eigenlijk merk je aan niks dat de wachtruimte voor de bus dezelfde is als voor de trein. Als je ten eerste de verstopte ingang van die wachtruimte weet te vinden, zie je weliswaar een oud Amtrak-logo, maar voor de rest is er hooguit een donker, gesloten Amtrak-loket en een bordje dat de toegang tot het perron verboden is. In een loket van Greyhound brandt licht, maar er zit niemand in. Iedereen in de ruimte is moe, slaapt half, maar er is wifi en de tijd vliegt voorbij.
Een kwartier voor vertrek komt er beweging in de hal. Er komt een man in Amtrak-uniform tevoorschijn die net als op het busstation van Chicago iets roept wat ik nauwelijks versta, waarvan ik aanneem dat het moment van ‘boarden’ gekomen is. De toegang tot de perrons gaat via een krappe wenteltrap waar net aan twee mensen naast elkaar passen. Het is een redelijke klim en het duurt ook wel een tijdje voor de mensen met grote koffers om boven te komen, maar het personeel helpt een handje mee en we worden al een kwartier van tevoren opgeroepen om naar het perron te komen, zodat er genoeg tijd is voor iedereen om boven te komen. Het aantal reizigers voor onze trein is op twee handen te tellen en alles verloopt gemoedelijk. Het moet opgemerkt worden dat er een lift is, maar de lift is buiten dienst, vermoedelijk al een geruime tijd, zoals roltrappen op stations in Liège ook eeuwig stuk blijven. Iedereen wordt naar een bepaalde zone gestuurd op het station zodat iedereen meteen voor hun gereserveerde rijtuig komt te staan.
369 - 372. Welkom op één van de nog overgebleven perrons van station Indianapolis. Het ziet er stoffig, verlaten uit. Het is er ook erg donker, met een paar lampen op het deel waar reizigers wel mogen komen.
373. De trein komt 20 minuten te laat Indianapolis binnenrollen, maar omdat de trein in de dienstregeling in Indianapolis toevallig ook 20 minuten moet blijven wachten om onduidelijke redenen, vertrekken we alsnog op tijd uit Indianapolis.
XXII. Bewegende beelden…
- Spoiler: show
374, 375. Mijn rijtuig is een vrij nieuw rijtuig, dat nog geen jaar oud is. Het rijtuig bestaat uit een centrale gang met zowel links als rechts roomettes en twee toiletten.
376. Iedere roomette heeft twee banken die tegenover elkaar geplaatst zijn, die platgelegd kunnen worden zodat ze samen een bed vormen. Aan het plafond zit nog een tweede bed, dat naar beneden getrokken kan worden. Er zijn wat verschillen met Europese nachttreinen wat betreft de bedden. Hier zijn de bedden uitgelijnd in de rijrichting (dus niet in een 90 graden hoek t.o.v. de rijrichting); er zijn maar twee in plaats van (zoals dat vaak zo is) drie bedden boven elkaar en ook is het zo dat het bovenste bed niet wordt uitgeklapt, maar naar beneden gerold, waarbij je je moet inbeelden dat het bed altijd horizontaal (plat) ligt. De roomette is wat krap, er past net aan één iemand tussen de stoelen/het bed en de deur, maar ik kan rechtop staan en mijn armen naar boven uitstrekken. Je hebt zicht op de gang, maar je hebt gordijnen om het beeld af te schermen en die gordijnen bedekken ook al het zicht. De kamers zijn van binnen af te sluiten, van buiten niet.
377. Ik word ingecheckt, ik mag wensen doorgeven voor het ontbijt en de twee daarop volgende maaltijden en daarna wordt een bed gereed gemaakt.
378. Heuse nachttrein vibes. Ik kies ervoor om in het bovenste bed te gaan liggen omdat ik zie dat het nog prima mogelijk is om met een naar beneden uitgerold bed te zitten in de stoelen.
379. Zowel beneden als boven heb je een raam waar je door kan kijken onderweg, wat een interessant concept is.
Vlak na vertrek uit Indianapolis staan we een uur lang stil. Er wordt uiteraard niets gecommuniceerd omdat de meeste mensen willen slapen, maar online (via de betrouwbare Amtrak-wifi) zie ik dat het verkeeer is stilgelegd wegens een aanrijding. Ik weet niet of mijn trein daarbij een rol heeft gespeeld, maar we zullen hoe dan ook onze stiptheid kwijtraken. Veel maakt het mij niet uit. Ik ga lekker tukken en ik heb verder toch geen aansluitingen of plannen de dag erop.
Ondanks de weinige ruimte, zijn de roomettes zo ingericht dat ze een wasbak bevatten die vakkundig verstopt is. De wasbak is te vinden op de ‘trap’ naar het bovenste bed, waarbij de wasbak standaard ingeklapt is, maar zoals vermoed kan worden is deze uitklapbaar. Het water dat in de bak stroomt spoelt niet vanzelf weg, maar het water wordt pas weggespoeld als je de wasbak weer optilt om deze te sluiten, omdat er achter de wasbak een container zit waar dat water kwijt kan. Oudere types roomette hadden naast een wasbak ook een ingebouwd toilet, dat een ‘trede’ lager ligt dan de wasbak. Hier moest je een deksel voor open klappen, waarna je je ding kon gaan doen. Ik vraag me af hoe dat zou zijn als je langer dan een dag in die trein zou zitten en vooral ook hoe dat zou moeten zijn voor een reisgenoot. Als jij of je reisgenoot een zware boodschap moesten doen, moest iemand hoogstwaarschijnlijk buiten gaan staan en maar hopen dat het in de rest van de roomette niet eindeloos ging meuren… Het personeel kan tussentijds nog wat schoonmaken, maar toch, het idee dat je coupé tegelijkertijd dienst kan doen als kakhok is toch een markante. Enfin, niks van dat alles in mijn modernere rijtuig.
380. Een visueel plaatje van de (nog erg rommelige) roomette, waarbij je hier de plek van de wasbak goed kunt zien. Die zit links, waar de sticker met ‘CUPS’ te zien is, vlak naast het stopcontact met daarin mijn stekker + adapter. Dat ding kan dus uitklappen…
381. Het is intussen ochtend. We rijden.
382. Er is een ontbijt in een apart doosje met dezelfde sponsor die United heeft. Het verklaart in elk geval waarom er een blikje frisdrank in de achtergrond staat, die daar al is sinds ik opgestapt ben. Het ontbijt bestaat uit onder meer dit warme... ja, bageltje? Met waarschijnlijk cheddarkaas, ei en nog wat zaken. Ook was er yoghurt, koffie of thee, een sapje en nog wat andere dingetjes.
XXIII. Langzaam maar gestaag rollen we voorwaarts door de landerijen, langs rivieren, heuvels, dorpjes, stadjes…
- Spoiler: show
XXIV. Rustig boemelen we voorwaarts. Hier rijden we net West-Virginia binnen.
- Spoiler: show
XXV. Is dit nu waar John Denver over zingt, over West-Virginia? Eigenlijk is het wel jammer dat mijn roomette aan de ‘verkeerde’ kant van de rivier zit, maar ja, ik kan buiten komen en aan de buitendeur gaan staan.
- Spoiler: show
XXVI. Country railroads…
- Spoiler: show
383. Veel plekken die we onderweg passeren zijn al jaren terug gesloten, maar van alles herinnert aan een tijd dat hier meer treinen reden dan deze drie treinen per week.
384. Straatbeeld in West-Virginia.
385. Tijd voor lunch. Ik ben hiervoor naar de Dining Car getogen. Het is een vergelijkbaar type rijtuig als de ‘coach’-rijtuigen, maar dan met wat andere banken.
386. Aardappelpuree met worteltjes en wat lamsvlees. Dit was eigenlijk helemaal niet verkeerd voor treinvoedsel in de 21e eeuw dat uiteraard opgewarmd wordt in een magnetron. Je krijgt er nog een broodje, een salade, een drankje naar keuze en een wijntje bij… welja.
387. Heel toepasselijk heb ik een klein beeldje van een cardinal (rode kardinaal) aan boord van de Cardinal meegenomen.
388. Het voordeel van boven slapen is dat het bed daar niet afgenomen hoeft te worden en ik daar gewoon weer een tukje kan doen.
389. Diverse, vaak ontzettend lange, goederentreinen passeren ons onderweg.
390. En toen was het alweer tijd voor de tweede lunch. Dit keer iets meer pasta-achtigs met balletjes. Deze was iets minder dan de vorige schotel, maar toch… het is te doen en wederom heb je een salade, een drankje.
XXVII. We passeren Manassas, een stadje in Virginia.
- Spoiler: show
391. Na meer dan achttien uur zijn we dan aangekomen in Washington DC, nog net aan voor het donker. Hier wordt deze diesellocomotief vervangen door een elektrische locomotief.
392 Het rangeergebeuren trekt bekijks, vooral door Canadese spoorweglieden die ook op de Cardinal zaten.
393. Daar is de elektrische loc. Deze is merkbaar minder hoog als de dieselloc, maar allebei hebben ze diezelfde bellen als ze beginnen te rijden op het station.
394. Niet alleen de locs hebben een verschil in hoogte, ook de slaaprijtuigen zijn veel hoger dan de coachrijtuigen, ook al zijn de slaaprijtuigen geeneens dubbeldeksrijtuigen.
XXVIII - XXIX. Een verzameling aan korte bewegende beelden van dit gebeuren.
- Spoiler: show
394. Hier pal naast heb je de perrons voor de Acela, de wat gedateerde, veel te dure ‘hogesnelheidstrein’.
395. Terwijl ik naar de uitgang loop zie ik dat mijn trein verder nog bestaat uit dit brute Pullman-rijtuig.
396. Het is half zeven en het aantal treinen dat vertrekt vanuit Washington is aan de karige kant.
397. Zou het een hangar zijn?
398. Of zou het een obscuur treinstation zijn?
399 Hoe dan ook: Washington Union Station ziet er van buiten imposant uit.
400, 401. Ik heb geen plannen voor de rest van de avond en ga meteen naar mijn verblijf toe. Als het donker wordt moet ik hier op mijn hoede zijn met bagage, al gebeurt er verder niks. Om op mijn verblijf te komen ga ik het best met de metro en die metro hier is best bijzonder met een uitgesproken architectuur van beton, consistent over meerdere haltes.
Dit deel is toch nog aardig lang geworden eigenlijk, dus knip ik de reeks ook hier maar op. In het dan - echt - laatste deel ga ik Washington DC in, ga ik met de Northwest Regional mee naar New York en ga ik kriskras door Manhattan en wat daar omheen zit per metro, bus en trein.
Deel 5 waarin ik naar New York City toe ga, terug naar Europa vlieg en met de European Sleeper terugkeer naar Nederland is hier te vinden.