Zwitserland juni'09: Deel 5/6 (Montreux/GoldenPassLine)
Geplaatst: di 14 jul 2009, 21:16
Dit is deel 5 van het Reisverslag Zwitserland (juni 2009). De overige delen staan hieronder:
Deel 1 (woensdag 24 juni): Saas Fee
Deel 2 (donderdag 25 juni): Centovalli / Lago Maggiore
Deel 3 (vrijdag 26 juni): Jungfraubahnen
Deel 4 (zaterdag 27 juni): Rondje Grimsel-/Furkapas
Deel 5 (zondag 28 juni): Montreux/GoldenPassLine (dit deel)
Deel 6 (maandag 29 juni): Mattmarksee
ZONDAG 28 JUNI: MONTREUX/GOLDENPASSLINE
De vijfde reisdag, zondag 28 juni 2009, gaat alweer van start. Vandaag ga ik een eindje in westelijke richting en komen we in het Franse deel van Zwitserland uit, in Montreux aan het Meer van Genève. Vanaf daar ga ik een gedeelte van de “GoldenPassLine” doen, de spoorroute die loopt van Montreux naar Luzern, een traject van bijna 200 km. Als je hem helemaal in één keer aflegt, moet je daar een kleine zes uur voor uittrekken.
De GoldenPassLine bestaat, noodzakelijkerwijs, uit drie losse delen en wordt ook uitgevoerd door drie verschillende spoorwegmaatschappijen.
Het eerste gedeelte loopt van Montreux naar Zweisimmen en is ruim 60 km lang. De treinen worden gereden door de MOB (Montreux Oberland-bernois). Dit eerste deel is uitgevoerd als smalspoorbaan, zonder tandrad overigens.
In Zweisimmen is er een noodzakelijke overstap op de trein van de BLS (Bern-Lötschberg-Simplonbahn) naar Interlaken. De treinen kunnen niet doorrijden, omdat dit tweede gedeelte is uitgevoerd als “normaalspoor”, dus een andere spoorbreedte heeft. Het tweede deel Zweisimmen – Interlaken gaat door het Simmental naar Spiez en van daar langs de Thunersee naar Interlaken.
In Interlaken begint het laatste deel van het GoldenPass-traject naar Luzern, weer uitgevoerd als smalspoorbaan, gedeeltelijk met tandrad. Overstappen is dus weer noodzakelijk. Dit derde deel is ruim 70 km lang en gaat langs de Brienzersee en over de Brünigpas. Dit traject wordt gereden door de treinen van de “Zentralbahn”.
Tot zover de theorie, nu gaan we maar eens op pad. Onderstaand het kaartje met de afgelegde route:
… en een overzicht van de gebruikte treinen van vandaag:
Om 8.57 uur vertrekt de IR-trein voor de reis door het Rhône-dal.
Na een klein half uurtje verlaten we het Duitstalige gedeelte van Zwitserland en rijden we net voor Sierre het Franstalige deel in. In de buurt van Sion zijn op de zuidhellingen vele wijnhellingen te zien.
De trein heeft er flink de vaart in op dit goed uitgebouwde traject. Het Rhônedal is hier behoorlijk breed en kent een aantal wat grotere plaatsen. Ook is zijn er vrij veel bedrijven en is er industrie gevestigd. Logisch ook, vanwege de goede bereikbaarheid. Toch verdwijnt het zicht op de Walliser Alpen zeker niet.
In Martigny is aansluiting op de trein naar het Franse Chamonix/Mont-Blanc. Onze trein blijft echter de Rhône volgen en buigt bij dit kasteeltje rechtsaf richting het Meer van Genève.
Een eindje verder wordt het dal steeds breder…
… en komt uiteindelijk het Meer van Genève in zicht. Op de onderstaande foto is het “Chateau de Chillon” te zien, een naar het schijnt beroemd kasteel dat deels in het meer ligt.
Even voor half elf komt de trein aan in Montreux, waarna deze verder rijdt in de richting van Lausanne en Genève.
Vanaf het station is het een klein stukje lopen naar de oever van het Meer van Genève (Lac Léman), maar dit gaat wel behoorlijk steil naar beneden.
Eenmaal bij het meer aangekomen meert er net een boot aan, een fraaie raderboot die lijndiensten over het meer verzorgt. Er varen meer van dit type boten heb ik wel gezien.
Ik ga maar even een stukje langs het meer lopen, even genieten van het uitzicht en het mooie weer.
Om half twaalf ga ik weer terug naar het station (een flinke klim …). Na eerst nog wat S-bahn treintjes op de foto te hebben gezet …
... ga ik richting mijn volgende trein. De GoldenPass Panoramic staat al klaar voor vertrek, getrokken door een in totaalreclame gehuld locje.
De trein bestaat uit deze goudkleurige panoramarijtugen …
… die een zeer comfortabel interieur hebben, met aan het eind van de coupé zelfs een schemerlampje aan de muur.
Deze panoramatreinen rijden 1x per twee uur, op het andere uur rijdt er een “normaal” stoptreintje die op meer stations stopt.
Stipt op tijd vertrekt de trein uit Montreux en begint direct aan een steile klim door de stad. Al snel is er een mooi uitzicht op het Meer van Genève.
Met veel bochten zig-zagt de trein zich tegen de berghelling omhoog en nog steeds is er een schitterend uitzicht over het meer en Montreux en omgeving.
Na een stop in Les Avants gaat de trein door een lange tunnel en verandert het landschap ineens in een vriendelijke, groene bergwereld.
Met een gangetje van zo’n 60 km/u slingert de trein zich tussen de bergweiden, bossen en slaperige dorpjes door. Eén van die dorpjes is Montbovon, waar overgestapt kan worden op de trein naar Gruyères, bekend van de kaas.
De hele rit tot aan Gstaad gaat zo’n beetje door dit type landschap.
Echt spectaculair is het niet, maar wel ontzettend mooi en ook geen moment saai. Ook opmerkelijk rustgevend is deze treinrit. In een cursus stressbestendigheid zou verplicht een rit met de GoldenPass moeten zitten, resultaat gegarandeerd !
Na een kleine anderhalf uur na vertrek uit Montreux komt de trein aan in Gstaad, een bekend wintersportdorp dat veel “dure” gasten trekt. We zijn weer in het Duitse taalgebied, in het kanton Bern om precies te zijn. De trein gaat nog verder naar Zweisimmen, maar ik houd even een tussenpauze in Gstaad om niet de hele dag alleen maar in de trein te zitten .
Gstaad is erg rustig op het moment. Misschien komt het ook omdat het zondag is en de winkels gesloten zijn. Persoonlijk denk ik dat dit soort plaatsen toch altijd het drukst zijn in de winter. Maar evengoed leuk om even dit plaatsje, met de typische houten huizen, te bekijken. Als je die huizen wat beter bekijkt, zitten er echte kunstwerken tussen. Toch wel apart in ieder geval.
De spoorlijn loopt met een grote boog dwars door het dorp.
Aan de andere kant van de dorpsstraat valt mijn oog op een soort kasteel. Dit is het Palace Hotel, dat (niet verwonderlijk) behoorlijk duur schijnt te zijn.
Na een uurtje heb ik dit plaatsje wel weer gezien en ga met de volgende trein verder richting Zweisimmen. Dit is niet zo’n “GoldenPass”-geval, maar een ouderwets stoptreintje met het type rijtuigen dat ook door de Matterhorn-Gotthard-Bahn gebruikt wordt.
De trein is mooi op tijd en na vertrek slingert de trein zich omhoog door Gstaad.
Het mooie, rustgevende landschap vervolgt zich. Onderweg naar Zweisimmen wordt er nog op een aantal kleine stationnetjes gestopt.
Een half uurtje na vertrek uit Gstaad komt de eindbestemming van de trein in zicht, beneden ligt het plaatsje Zweisimmen.
Na een scherpe afdaling door een keertunnel komt de trein mooi op tijd aan op dit overstapstation.
Vanuit hier kan de GoldenPass-reis voortgezet worden via de “normaalspoor”-treinen van de BLS naar Interlaken. Wel jammer dat het traject niet zonder overstappen gereden kan worden, net zoals bij de Glacier Express. Hiervoor zouden ze een derde rail moeten aanleggen tussen Zweisimmen en Interlaken voor de smalspoortreinen. Dit zal er waarschijnlijk niet van komen denk ik zo …
Vanuit Zweisimmen loopt nog een doodlopend spoortje naar Lenk in Simmental, ook gereden door de MOB. Omdat ik nog tijd genoeg heb, ga ik dit ritje ook nog maar even doen. De lijn wordt gereden door moderne treinstellen, ook in de huisstijl van de GoldenPass.
Persoonlijk niet mijn smaak deze kleurstelling, de treinen ogen nogal druk. Maar het zijn comfortabele treintjes en via een mooie route door het Simmental komt de trein na een klein half uurtje aan op het eindstation, Lenk.
Lenk is een rustig plaatsje, omringd door mooie besneeuwde bergtoppen. Een mooi wandelgebied lijkt me dit hier.
Het dorp is niet zo groot en na een half uurtje lopen heb je het grootste deel van het dorp wel gezien. Mooi op tijd voor de volgende trein keer ik terug op het stationsplein, waar ik nog even een “geplet” O405-je op de foto zet. Deze bus zal wel wat smalle weggetjes op zijn route tegenkomen .
Ook de trein terug naar Zweisimmen is weer een “Gouden” drietje.
Het is inmiddels half vijf als ik in Zweisimmen aankom en overstap op de RegionalExpress naar Spiez, die wordt gereden door dit redelijk oude treinstel van de BLS.
Er volgt weer een mooie rit door het Simmental, dat af en toe behoorlijk smal is.
Onderweg kruisen we een nieuwe lagevloertrein van de BLS.
Na ook weer een mooie rit komt de trein om 17.15 uur aan op het spoorwegknooppunt Spiez, met een mooi uitzicht op de Thunersee.
Op dit punt verlaat ik de GoldenPass-route. Het deel tot Meiringen (via Interlaken) heb ik trouwens gisteren al gedaan. Het laatste deel, naar Luzern, bewaar ik voor een volgende keer.
Na een hapje te hebben gegeten in het stationsrestaurant van Spiez ga ik via de “oude” Lötschbergtunnel terug naar Brig. De “oude” route geeft een spectaculair uitzicht over het Rhônedal, iets wat je bij de “nieuwe” route mist.
Tegen half acht levert dit treintje me weer netjes op tijd af op het station van Brig.
Hiermee komt (weer) een leuk dagje sporen ten einde. Zoals ik al zei, het gedeelte van de "GoldenPass" die ik heb gereden is niet bijzonder spectaculair maar wel erg mooi en laat in ieder geval een typisch alpenlandschap zien.
Morgen alweer de laatste dag, waarvan je in deel 6
meer kunt lezen.
Deel 1 (woensdag 24 juni): Saas Fee
Deel 2 (donderdag 25 juni): Centovalli / Lago Maggiore
Deel 3 (vrijdag 26 juni): Jungfraubahnen
Deel 4 (zaterdag 27 juni): Rondje Grimsel-/Furkapas
Deel 5 (zondag 28 juni): Montreux/GoldenPassLine (dit deel)
Deel 6 (maandag 29 juni): Mattmarksee
ZONDAG 28 JUNI: MONTREUX/GOLDENPASSLINE
De vijfde reisdag, zondag 28 juni 2009, gaat alweer van start. Vandaag ga ik een eindje in westelijke richting en komen we in het Franse deel van Zwitserland uit, in Montreux aan het Meer van Genève. Vanaf daar ga ik een gedeelte van de “GoldenPassLine” doen, de spoorroute die loopt van Montreux naar Luzern, een traject van bijna 200 km. Als je hem helemaal in één keer aflegt, moet je daar een kleine zes uur voor uittrekken.
De GoldenPassLine bestaat, noodzakelijkerwijs, uit drie losse delen en wordt ook uitgevoerd door drie verschillende spoorwegmaatschappijen.
Het eerste gedeelte loopt van Montreux naar Zweisimmen en is ruim 60 km lang. De treinen worden gereden door de MOB (Montreux Oberland-bernois). Dit eerste deel is uitgevoerd als smalspoorbaan, zonder tandrad overigens.
In Zweisimmen is er een noodzakelijke overstap op de trein van de BLS (Bern-Lötschberg-Simplonbahn) naar Interlaken. De treinen kunnen niet doorrijden, omdat dit tweede gedeelte is uitgevoerd als “normaalspoor”, dus een andere spoorbreedte heeft. Het tweede deel Zweisimmen – Interlaken gaat door het Simmental naar Spiez en van daar langs de Thunersee naar Interlaken.
In Interlaken begint het laatste deel van het GoldenPass-traject naar Luzern, weer uitgevoerd als smalspoorbaan, gedeeltelijk met tandrad. Overstappen is dus weer noodzakelijk. Dit derde deel is ruim 70 km lang en gaat langs de Brienzersee en over de Brünigpas. Dit traject wordt gereden door de treinen van de “Zentralbahn”.
Tot zover de theorie, nu gaan we maar eens op pad. Onderstaand het kaartje met de afgelegde route:
… en een overzicht van de gebruikte treinen van vandaag:
Om 8.57 uur vertrekt de IR-trein voor de reis door het Rhône-dal.
Na een klein half uurtje verlaten we het Duitstalige gedeelte van Zwitserland en rijden we net voor Sierre het Franstalige deel in. In de buurt van Sion zijn op de zuidhellingen vele wijnhellingen te zien.
De trein heeft er flink de vaart in op dit goed uitgebouwde traject. Het Rhônedal is hier behoorlijk breed en kent een aantal wat grotere plaatsen. Ook is zijn er vrij veel bedrijven en is er industrie gevestigd. Logisch ook, vanwege de goede bereikbaarheid. Toch verdwijnt het zicht op de Walliser Alpen zeker niet.
In Martigny is aansluiting op de trein naar het Franse Chamonix/Mont-Blanc. Onze trein blijft echter de Rhône volgen en buigt bij dit kasteeltje rechtsaf richting het Meer van Genève.
Een eindje verder wordt het dal steeds breder…
… en komt uiteindelijk het Meer van Genève in zicht. Op de onderstaande foto is het “Chateau de Chillon” te zien, een naar het schijnt beroemd kasteel dat deels in het meer ligt.
Even voor half elf komt de trein aan in Montreux, waarna deze verder rijdt in de richting van Lausanne en Genève.
Vanaf het station is het een klein stukje lopen naar de oever van het Meer van Genève (Lac Léman), maar dit gaat wel behoorlijk steil naar beneden.
Eenmaal bij het meer aangekomen meert er net een boot aan, een fraaie raderboot die lijndiensten over het meer verzorgt. Er varen meer van dit type boten heb ik wel gezien.
Ik ga maar even een stukje langs het meer lopen, even genieten van het uitzicht en het mooie weer.
Om half twaalf ga ik weer terug naar het station (een flinke klim …). Na eerst nog wat S-bahn treintjes op de foto te hebben gezet …
... ga ik richting mijn volgende trein. De GoldenPass Panoramic staat al klaar voor vertrek, getrokken door een in totaalreclame gehuld locje.
De trein bestaat uit deze goudkleurige panoramarijtugen …
… die een zeer comfortabel interieur hebben, met aan het eind van de coupé zelfs een schemerlampje aan de muur.
Deze panoramatreinen rijden 1x per twee uur, op het andere uur rijdt er een “normaal” stoptreintje die op meer stations stopt.
Stipt op tijd vertrekt de trein uit Montreux en begint direct aan een steile klim door de stad. Al snel is er een mooi uitzicht op het Meer van Genève.
Met veel bochten zig-zagt de trein zich tegen de berghelling omhoog en nog steeds is er een schitterend uitzicht over het meer en Montreux en omgeving.
Na een stop in Les Avants gaat de trein door een lange tunnel en verandert het landschap ineens in een vriendelijke, groene bergwereld.
Met een gangetje van zo’n 60 km/u slingert de trein zich tussen de bergweiden, bossen en slaperige dorpjes door. Eén van die dorpjes is Montbovon, waar overgestapt kan worden op de trein naar Gruyères, bekend van de kaas.
De hele rit tot aan Gstaad gaat zo’n beetje door dit type landschap.
Echt spectaculair is het niet, maar wel ontzettend mooi en ook geen moment saai. Ook opmerkelijk rustgevend is deze treinrit. In een cursus stressbestendigheid zou verplicht een rit met de GoldenPass moeten zitten, resultaat gegarandeerd !
Na een kleine anderhalf uur na vertrek uit Montreux komt de trein aan in Gstaad, een bekend wintersportdorp dat veel “dure” gasten trekt. We zijn weer in het Duitse taalgebied, in het kanton Bern om precies te zijn. De trein gaat nog verder naar Zweisimmen, maar ik houd even een tussenpauze in Gstaad om niet de hele dag alleen maar in de trein te zitten .
Gstaad is erg rustig op het moment. Misschien komt het ook omdat het zondag is en de winkels gesloten zijn. Persoonlijk denk ik dat dit soort plaatsen toch altijd het drukst zijn in de winter. Maar evengoed leuk om even dit plaatsje, met de typische houten huizen, te bekijken. Als je die huizen wat beter bekijkt, zitten er echte kunstwerken tussen. Toch wel apart in ieder geval.
De spoorlijn loopt met een grote boog dwars door het dorp.
Aan de andere kant van de dorpsstraat valt mijn oog op een soort kasteel. Dit is het Palace Hotel, dat (niet verwonderlijk) behoorlijk duur schijnt te zijn.
Na een uurtje heb ik dit plaatsje wel weer gezien en ga met de volgende trein verder richting Zweisimmen. Dit is niet zo’n “GoldenPass”-geval, maar een ouderwets stoptreintje met het type rijtuigen dat ook door de Matterhorn-Gotthard-Bahn gebruikt wordt.
De trein is mooi op tijd en na vertrek slingert de trein zich omhoog door Gstaad.
Het mooie, rustgevende landschap vervolgt zich. Onderweg naar Zweisimmen wordt er nog op een aantal kleine stationnetjes gestopt.
Een half uurtje na vertrek uit Gstaad komt de eindbestemming van de trein in zicht, beneden ligt het plaatsje Zweisimmen.
Na een scherpe afdaling door een keertunnel komt de trein mooi op tijd aan op dit overstapstation.
Vanuit hier kan de GoldenPass-reis voortgezet worden via de “normaalspoor”-treinen van de BLS naar Interlaken. Wel jammer dat het traject niet zonder overstappen gereden kan worden, net zoals bij de Glacier Express. Hiervoor zouden ze een derde rail moeten aanleggen tussen Zweisimmen en Interlaken voor de smalspoortreinen. Dit zal er waarschijnlijk niet van komen denk ik zo …
Vanuit Zweisimmen loopt nog een doodlopend spoortje naar Lenk in Simmental, ook gereden door de MOB. Omdat ik nog tijd genoeg heb, ga ik dit ritje ook nog maar even doen. De lijn wordt gereden door moderne treinstellen, ook in de huisstijl van de GoldenPass.
Persoonlijk niet mijn smaak deze kleurstelling, de treinen ogen nogal druk. Maar het zijn comfortabele treintjes en via een mooie route door het Simmental komt de trein na een klein half uurtje aan op het eindstation, Lenk.
Lenk is een rustig plaatsje, omringd door mooie besneeuwde bergtoppen. Een mooi wandelgebied lijkt me dit hier.
Het dorp is niet zo groot en na een half uurtje lopen heb je het grootste deel van het dorp wel gezien. Mooi op tijd voor de volgende trein keer ik terug op het stationsplein, waar ik nog even een “geplet” O405-je op de foto zet. Deze bus zal wel wat smalle weggetjes op zijn route tegenkomen .
Ook de trein terug naar Zweisimmen is weer een “Gouden” drietje.
Het is inmiddels half vijf als ik in Zweisimmen aankom en overstap op de RegionalExpress naar Spiez, die wordt gereden door dit redelijk oude treinstel van de BLS.
Er volgt weer een mooie rit door het Simmental, dat af en toe behoorlijk smal is.
Onderweg kruisen we een nieuwe lagevloertrein van de BLS.
Na ook weer een mooie rit komt de trein om 17.15 uur aan op het spoorwegknooppunt Spiez, met een mooi uitzicht op de Thunersee.
Op dit punt verlaat ik de GoldenPass-route. Het deel tot Meiringen (via Interlaken) heb ik trouwens gisteren al gedaan. Het laatste deel, naar Luzern, bewaar ik voor een volgende keer.
Na een hapje te hebben gegeten in het stationsrestaurant van Spiez ga ik via de “oude” Lötschbergtunnel terug naar Brig. De “oude” route geeft een spectaculair uitzicht over het Rhônedal, iets wat je bij de “nieuwe” route mist.
Tegen half acht levert dit treintje me weer netjes op tijd af op het station van Brig.
Hiermee komt (weer) een leuk dagje sporen ten einde. Zoals ik al zei, het gedeelte van de "GoldenPass" die ik heb gereden is niet bijzonder spectaculair maar wel erg mooi en laat in ieder geval een typisch alpenlandschap zien.
Morgen alweer de laatste dag, waarvan je in deel 6
meer kunt lezen.