We schrijven 17 augustus op de dag dat dit verslag weer verder gaat. Na een goede nachtrust bij een gezellige hotellier gaat het na een ontbijtje op pad, naar het station. Nou kan dat in theorie per bus, maar als je maar 500 meter van het station slaapt is dat misschien wat overdreven. Obernai heeft 10.000 inwoners, maar door een typisch Frans stukje wetgeving is er voldoende budget voor de stad om een eigen stadsbussysteem te hebben. :X Op het station stond een van de bussen klaar, qua opzet vrij vergelijkbaar met een lagevloers-buurtbus, maar wel met voldoende zitplaatsen.
Zoveel geld als er is voor idiote stadsbussen, zo weinig is er voor de plantendienst van de SNCF...
Na een kleine 10 minuten was de trein naar Sélestat er dan, hij werd gereden door een AGC-treinstel.
De lijn van Obernai naar Sélestat loopt door een mooi gebied, de wegversie staat bekend als de 'Route des Vins'. Helaas was er wel een klein kwaliteitsverschilletje (het spoor lag van tijd tot tijd echt behoorlijk beroerd bij :X ), maar gelukkig compenseerde de uitzichten dit dan wel.
Na een kleine 40 minuten was ik dan in Sélestat, of Schlèttstadt, zoals men zegt in de regionale streektaal Elzassisch.
In Sélestat stond de overstap naar de bus richting de Haut-Koenigsbourg op het programma. Deze overstap duurde 40 minuten, en dus konden de lokale bussen nog even op de foto. De chauffeurs zaten logischerwijs koffie te drinken binnen, een korte blik leerde dat de bussen hier waarschijnlijk 2,5 uur stilstand hadden.
De enige bus die géén stilstand had was de mijne, deze kwam tien minuutjes voor vertrek aankakken, maar door de drukte die even later uit de treinen uit Straatsburg en Mulhouse op deze bus afstormden vertrokken we keurig te laat. :)
Al een paar minuten na vertrek was de eindbestemming zichtbaar, het was nog een hele klim.
De Chauffeur reed als een malle, met Michel Sardou op de radio en zonder gordel, heerlijk! :D Van tijd tot tijd ging de route over wel heel smalle weggetjes, hier werd dan nog steeds met 60 per uur overheen gecrost.
Onderweg werden de uitzichten steeds fraaier. :o
En nadat we nog 20 minuten in een toeristische file mochten staan...
... kwam de bus na 50 minuten heelhuids bij de Haut-Koenigsbourg! *O*
Alhier werd nog even van het uizicht genoten, onder het genot van een warme drank bij het lokale cafétje.
Daarna was het tijd voor het bezoek aan het kasteel. Dit valt onder het beheer van het departement, en daarom is het (in tegenstelling tot veel nationale musea) niet gratis voor bezoekers van onder de 26. Met het kaartje van de bus krijg je echter wel korting op het museum, zoveel zelfs dat het buskaartje alweer terugbetaald was voordat er ook maar een stap in het museum was gezet. Het kasteel zelf was aardig, het was duidelijk te zien dat dit een strategisch punt was voor eenieder die in vroeger tijden de Rijnvallei wilden controleren. :D
In het kasteel was er nog beter uitzicht over de eerste Vogezen-heuvels, het kasteel was duidelijk op een van de hoogste gebouwd.
Na een paar uurtjes bezoek was ik eventjes de vertrektijd van de bus vergeten, en dus ging het snel-snel naar de bus. Diezelfde bus ging weer met een rotvaart naar beneden, en dus stond ik binnen de 25 minuten (de helft van de rijtijd naar boven) weer op het station van Sélestat. Hierdoor haalde ik nog een trein eerder dan gepland, en dus zat ik, 35 minuten na vertrek uit het kasteel, ineens al in de sneltrein naar Colmar en Mulhouse.
Tien minuutjes later, station Colmar. Hier ging ik alweer de trein uit.
Voordat ik deze prachtige stad ging verkennen was het eerst nog tijd voor een beetje logica, oftewel: de reden waarom voor de SNCF geen andere treinen dan de TGV lijkt te bestaan. :')
Colmar heeft, net als meer steden in de regio, een oud vakwerk-stadshart. Maar in tegenstelling tot de grotere steden in de regio (Straatsburg en Mulhouse) is er in Colmar nooit echt gesloopt om extra straatruimte te maken, waardoor er nu veel kleine straatjes zijn.
Misschien wel het bekendste stukje van Colmar, het staat (hoe toeristisch) bekend als Petit Venise (klein Venetië)
Zoals het hoort in een stad met een directe EuroCity-verbinding naar het origineel, is er in Colmar ook een Manneken Pis. (A)
In Colmar werd (inclusief de lunch) een uurtje of vier doorgebracht, en daarna was het tijd om weer terug te keren naar de slaapplaats in Obernai. Het stationsgebouw van Colmar is officieel geclassificeerd als historisch monument.
De treindienst in de Elzas is on-Frans frequent, en in combinatie met het spitsuur dat ondertussen weer begonnen was zorgde dat ervoor dat de sneltrein naar Sélestat en Straatsburg er alweer snel was.
En na een korte overstap in Sélestat...
...werd rond half zes Obernai weer bereikt. Alhier werd nog even rustig tv gekeken, en na het JT was het tijd voor het avondeten. Nou had ik geen foto ervan gemaakt, maar ik wou het toch in dit reisverslag stoppen: de Choucroute Alsacienne. Een avondmaaltijd voor mannen die van vlees houden, geserveerd met 0,75 liter bockbier. Een bord vol vlees, terwijl het gerecht toch echt vernoemd is naar een groente...
Met een slokje op is het goed slapen, en dus gaat dit verslag weer de volgende ochtend verder. Vandaag zou er verder worden gereisd naar de andere kant van het land, van het stuk Frankrijk dat het verste van de zee afligt naar de zee. En dat alles met een persoonlijke recordpoging: de kortste tijd ooit voor een verblijf in Parijs. Nadat er met een goed ontbijt begonnen werd ging het met de regionale boemel rond kwart voor 10 naar Straatsburg.
Nou was ik keurig optijd in Straatsburg, en gekeken naar de staat van het langeafstandsverkeer was dat maar goed ook: de vertragingen liepen op tot vier uur!
Doordat ik toch tijd over had kon ik rustig treintjes kijken, zoals deze Corail-stam, bedoeld als regionale sneltrein (TER 200) van de verbinding Straatsburg - Basel.
Ook een deel van de vervanging van de Corail-stammen stond in het station, enkele stellen van het type Régiolis.
En nadat ik nog bij de
...ging het met de TGV naar Parijs. Helaas mocht ik van de stationschef geen foto maken op het perron, blijkbaar zat ook Jean-Luc Melanchon (een links politicus) op deze trein. Het uitzicht was in de dunbevolkte gebieden tussen Straatsburg en Parijs nou ook niet erg interessant, en dus werd er vooral nog wat geslapen.
Na 2 uur en 20 minuten was ik dan in Parijs, en daar begon de recordpoging: van het Gare de l'Est naar Gare Montparnasse (met alle bagage) in 59 minuten klaren, de kortste periode ooit in Parijs voor mij. Gelukkig ben ik een ervaren Parijs-ganger, dus bang dat het niet ging lukken was ik niet. :')
En als ik dan direct na aankomst op het perron al een metro voor mijn bakkes krijg, is de race al gelopen. (A)
Ah, Parijs.
En met een kort ritje over de turboroltrap...
... stond ik binnen 25 minuten alweer op het Gare Montparnasse. Voldoende tijd voor een warme drank van een niet nader benoemen Amerikaans koffiehuis (A)
Nadat ik ook nog even een broodje haalde tegen een goedkoper tarief dan de Bar TGV zat ik binnen het uur alweer in de TGV: Parijs-passage geslaagd! *O*
Na drie uur exact aan reistijd in een afgeladen TGV bereikte ik even na zessen de laatste grote bestemming: Saint-Malo!
Saint Malo: bekend van zijn ommuurde stad, de ligging aan het kanaal en daarbij behorend de mooie uitzichten over dat kanaal.
In de Intra-Muros werd (verassend betaalbaar trouwens) gegeten, en daarna werd al snel de slaapruimte weer opgezocht, het waren twee erg drukke dagen geweest. De komende twee dagen zouden een stuk rustiger verlopen, maar dat komt dan weer in het laatste deel, dat wordt ook het deel van de terugkeer naar Nederland. Tot die tijd worden op- en aanmerkingen gewaardeerd! :D