Hier geef ik mijn drie speerpunten voor het OV. Maar voordat ik me ga uitweiden vind ik dat een langetermijnvisie van verschillende overheidslagen zowat verplicht moet zijn: 30 jaar vooruitkijken voor het ministerie (en iets lagere getallen voor provincie en gemeente). Het is wat mij betreft geen speerpunt maar een vereiste dat er allang had moeten zijn.
Speerpunt 1: snoeien in reistijden!
De reistijden in Nederland, niet alleen in de randstad maar ook daarbuiten, moeten omlaag. Zowel op interstedelijk en internationaal als op lokaal niveau.
Op internationaal en interstedelijk niveau moet de snelheid omhoog: 200 kilometer per uur op alle nieuwbouwtrajecten en op lijnen waar internationale IC-treinen rijden. De Hanzelijn, Boxtel-Eindhoven maar bovenal Amsterdam-Utrecht. Maar ook Arnhem-Utrecht en zoals gezegd richting Berlijn.
Op het hoofdnet zoveel mogelijk naar 160 (en 200 daar waar nodig om een goede knooppuntdienstregeling te maken). De verste uithoeken van het land (Heerlen, Groningen, Leeuwarden, Den Helder, Enschede) binnen 1:30 te
Ut, met alleen Vlissingen maximaal 2:00.
Op regionaal en lokaal niveau moet er meer spoorgebonden vervoer komen, meer sneltrams en metro's en daarnaast ook meer échte snelbussen (niet zoals Volans zullen we maar zeggen). Belangrijke subkernen in stedelijke regio's per sneltram verbinden en/of laten aantakken op regionaal spoor zoals in Duitsland. Maar in dat laatste geval niet ten koste laten gaan van de snelheid en connectiviteit op bestaande spoorlijnen. Kernen als Huizen, Ridderkerk, Katwijk/Noordwijk, Oosterhout, Veldhoven, aantakken op sneltrams of op spoorlijnen.
Hogere snelheden voor lokale bussen, meer prioriteit, meer busstroken, meer voorafgaande toetsing van bereikbaarheid van nieuwbouwwijken: kijkend naar snelheid en bereikbaarheid per bus. Niet meer accepteren dat stads- en streekbussen achteraf op ETW's worden gegooid, zoals in de Reeshof in Tilburg al veel teveel is gebeurd. Fobie voor grote projecten opzij zetten, niet bang zijn voor enkele bustunnels, een Amsterdamse Oost-Westlijn of voor semimetrostation Catharinaplein te Eindhoven. Ook onder gebouwen graven moet geen taboe zijn, maar gewoon goed voorbereid.
Uiteindelijk resultaat: binnen Randstad en binnen de Brabantse en Gelderse metropoolregio's binnen één uur van het ene huis achterin de stad naar een huis achterin een andere stad. Sneller met trein dan vliegtuig, niet alleen naar Parijs, maar ook naar Frankfurt en Berlijn.
Speerpunt 2: prijsbeleid
Regionale overheden mogen nog wel de kilometerprijs voor vervoer binnen de regio bepalen maar daar is ook alles mee gezegd: door de route van reizigers te bepalen naar aanleiding van op welke stations zij in- en uitchecken de winsten uitkeren naar de betreffende vervoerders, in eerste instantie die van de snelste reistijd maar ook met verstoringen meerekenen en een marge voor "onbedoeld" stoptreingebruik op IC-traject. Hiermee hoeft de reiziger nog maar één keer in- en uit- te checken. Daarnaast telefoon als geldig middel overal accepteren op al het OV, inclusief bestuurderloze bussen die opengemaakt kunnen worden met de chipkaart of telefoon, waarbij een scanner binnen milliseconden ziet of het ook de betreffende passagier is die komt instappen (of in ieder geval geen notoire zwartrijder of andere zware crimineel). Streven naar één vervoerskaart en compatibele telefoonapps met omringende landen. Nog beter: in hele Schengen dezelfde vervoerskaarten en telefoonapps. Slechts één keer inchecken in Krabbendijke en pas weer uitchecken in Sevilla, Debrecen of Kiruna. Wel detectie dat grenzen gepasseerd worden waarmee een langere reistijd dan 6 uur kan worden ontsleuteld.
Speerpunt 3: lokale connectiviteit en bestuurderloze bussen.
Meer vervoer organiseren voor minder geld en meer flexibele inzet van dat extra vervoer. Nadeel: Dit betekent dat je in veel gevallen alleen binnen zeven dagen nog de reis kan raadplegen. Voordeel: iets kleinere bussen zullen veel meer worden ingezet, zonder chauffeur, die geheel automatisch in het verkeer opgaan. Deze zijn veel goedkoper te exploiteren in 2040. De lijnendichtheid kan iets omhoog maar bovenal de frequentie en de bediening aan dagranden en weekeinden. De vraag bepaalt van week tot week de dienstregeling geheel automatisch, waarbij een basis met minimumfrequenties en correcte aansluitingen op de meest cruciale treinen worden gegarandeerd maar de rest wordt ingevuld door de vraag. Zodoende kun je op carnavalsmaandag meer bussen inzetten dan op carnavalsdinsdag als daar meer vraag naar is. De veiligheid wordt gegarandeerd doordat de deur alleen geopend kan worden met een betaalmiddel en de deur een scanner heeft die vandalen weigert. De bus stopt overigens voor je als je op de halte (of misschien zelfs ergens langs de lijn zonder halte als de lage vraag dat toestaat) aangeeft op je telefoon dat je wil instappen. Een halteknop voor diegene die onder een steen heeft geleefd of zijn/haar telefoon aan diggelen heeft laten vallen.
Het ministerie zal niet altijd de bindende rol spelen binnen de processen, maar wel financiële steun geven aan projecten, ideeën presenteren, meer druk uitoefenen als er niks gebeurt en ook moeten lobbyen binnen Europa.
Instructie: als de deurknop groen wordt je een piepje hoort, kun je gaan drukken. Één seconde normaal drukken is echt voldoende. De knop wordt oranje/rood, vervolgens heel eventjes groen. Dan opent de deur voor je. Nog een prettige reis in de FLIRT!