Deel 2 - Van Occitanië naar Catalonië
De eerste maand van dit jaar zit er alweer op en dat betekent dat het tijd is het afsluitende deel van de reis die ik maakte in de nazomer van 2018 te plaatsen.
Waar ik gebleven was: in Catalonië. Nog een aantal dagen blijven en dan weer stilaan naar huis toe. Niet alleen omdat de Interrail pass op een gegeven moment verloopt en een paar vaste reserveringen zijn geregeld op vaste momenten, maar ook omdat ik van mezelf weet dat ik niet langer dan twee weken op vakantie mag zijn om me niet sterk heimweeïg (ik vind het ergens verrassend hoe Word het woord ‘heimweeïg’ niet foutrekent) te gaan voelen dat alle plezier ten nadele komt.
Voor degenen die liever nu al weten wat er allemaal aan zit te komen op deze route staat in de spoiler een kaart met die route, net als de voorgaande keren. Tussen haakjes: bij iedere foto is de volgorde nu: beschrijving boven, de foto in kwestie eronder.
- Spoiler: show
Hoe het ook zij en hoe vals bovenstaand idee ergens ook klinkt: dat alles heeft de vorige keer niet plaatsgevonden en de vorige keer was ik gebleven in Barcelona, of nou ja, een verblijf nabij Barcelona met de naam Calella om dat als uitvalbasis te nemen voor bezoekjes aan Barcelona. Toen ik het boekte dacht ik: het zal wel een mooi en leuk oord zijn, maar de werkelijkheid is in mijn geval wat weerbarstiger. Zie, ik ben geen feestbeest, ik zuip mijzelf niet elk weekend het lazerus en ik ben geen fan van drukte. Wat gebeurt aan de costa, vooral in een oord als Calella, is precies dat wat me op zich niet zo aanspreekt. Er is weinig historisch in de dorpskern daar, het bestaat veelal uit hotels en eettenten. Hoewel het eenvoudig te bereiken is met het spoor (als je de poortjes even wegdenkt) duurt de rit vanuit Barcelona Arc de Triomf tot Calella toch zeker 1 uur. Er zijn momenten waarop ik betere beslissingen heb genomen voor verblijfplaatsen, maar ja, de kronkel van het idee ‘dat overnachten in de binnenstad beter vermeden kan worden’ kan behoorlijk breed geïnterpreteerd worden.
Enfin, waar ik gebleven was, was in Barcelona. Alles wat we honderden keren al online hebben gezien, zie je dan nu in het echt – dat is Barcelona wel ongeveer als ik de foto’s terugkijk. Foto’s van de stad zoals we ze allemaal al gezien met Park Güell, de Sagrada Família, Castell de Montjuïc, Bunkers de Carmel enzovoort kun je terugvinden door de link naar het fotoalbum onderin deze post te volgen. Eén ervan onthoud ik jullie hier nu niet:
1. Een panorama op de heuvel waar de Bunkers del Carmel staan en ik denk dat je alles van Barcelona in theorie vanaf hier kan zien.
Van alles in Barcelona wil ik wel het Festa Major de Sarrià uitlichten, waar ik een dag naartoe ben geweest. Sarrià is een ‘dorp in een verzameling van heel veel dorpen die samen de agglomeratie Barcelona vormen’ (dixit iemand die ik onderweg te spreken kwam) dat nog net aan binnen de kernzone ligt. Het is goed bereikbaar met de treinen van de FGC en in Sarrià is jaarlijks een festa,
1. Castellers
Bij castellers vormen massa’s mensen samen een toren onder begeleiding van muziek en nog meer mensen. Het is één van de dingen waar Catalonië bekend van is. Een ogenschijnlijk zinloze activiteit, maar het symboliseert eenheid en de kracht van het volk denk ik. En het moet handig zijn als de kat in de boom zit en de kat er niet meer uit komt, bij gebrek aan een ladder. Tijdens feesten als deze worden wedstrijden gehouden tussen verschillende gemeenschappen.
2. Een impressie van castellers, waarbij elkander op mekander klimt. Belangrijk hierbij is de zwarte band om de middel om de wervel wat stabiel te houden.
3. De toren heeft een volgorde op leeftijd, waarbij oud onderin staat en jonger hoger de toren te vinden is, omdat dat gewoonweg minder gewicht betekent.
4. Xocolatada is niets minder dan vloeibare chocolade om op te drinken, geen chocolademelk zoals je die in de supermarkt aantreft. Beeld jezelf in dat je een bekertje warme, vloeibare
3. Correfuc
5. Correfuc is een groot vuurwerkfeest met zowel kinderen als volwassenen door de nauwe straatjes van het dorp onder het mom van een strijd tussen goed en kwaad (met de duivel) dat gepaard gaat onder een hoop vuurwerk en pyrotechnisch spektakel, onder begeleiding van een hoop getrommel (lees: herrie) en de politie. Het is relatief veilig, als je tenminste geen gekke dingen doet. Mede vanwege dat laatste zou het in Nederland nooit toegelaten worden (voornamelijk eigenlijk onder het mom van geluidsoverlast, lol), omdat mensen zich als mongolen gedragen met vuurwerk, maar hier is het niet zomaar even voor de lol wat vuurwerk afsteken: alles is strak georganiseerd.
6. Meer correfuc, maar dan met de politie erbij. Zo lijkt het wel een slagveld, een opstand, maar het is allemaal heel vredig.
Dan is het nu tijd om (eindelijk) wat foto’s te tonen van wat er zoal rondrijdt aan OV in Barcelona, op verschillende plekken.
7. Ik heb niet veel foto’s van Barcelona Sants, mede omdat het zo druk is en het station mijns inziens eigenlijk niet bijzonder mooi is, maar dit is er één van. Ook hier geldt: poortjes, maar hier lijkt men wel van het bestaan van de Interrail pass af te weten.
8. Een bus van lijn 150 bij de halte Castell de Monjuïc (een mooi fort waarvan ik eigenlijk niet wist dat er zoiets als dat daar stond). Op de achtergrond is ook de kabelbaan te zien.
9. Een trein van FGC, te Sarrià.
10. Een ander model trein van FGC, te Plaça de Catalunya.
Dag 11 – 7 oktober
Tijd om Barcelona te verlaten: de zuidwestkust wacht. Diverse Rodalies komen weer voorbij en een heuse regionale trein.
Om te beginnen heb ik de hele ochtend gereserveerd voor een kleine wandeling over het strand bij Sant Pol de Mar, wat een halte verderop is ten opzichte van Calella. Omdat hier het spoor zo dicht bij het strand ligt, is dit ergens wel interessant foto’s maken, alhoewel het materieel op deze lijn eentonig is.
11. Station Sant Pol de Mar met vertrekkende Rodalies, die op zondag eens per half uur rijdt.
12. Nogmaals station Sant Pol de Mar. Opvallend genoeg heeft dit station géén poortjes.
13. Op een druilerige dag als deze is het lastig foto’s maken, maar het bleef tenminste droog…
14. Het is eenvoudig om zo het spoor over te lopen, met de weg en het strand nabij en een gebrek aan overwegen. Er is wel een ingegraven stuk waar je het spoor onderdoor kan passeren, maar ja…
Een bezoek aan Barcelona als treinenenthousiasteling zou niet compleet zijn zonder een bezoek aan Barcelona Estació de França, dat grappig genoeg géén poortjes heeft, maar wel een stationsrestauratie.
15. Een mini-ontbijt in de vorm van xurros amb xocolata (beter bekend als churros con chocolate in 't Spaans) in de grote stationsrestauratie van het Frankrijkstation deed ik alleen maar om eens in de restauratie gezeten te hebben. Een oude man kwam naar me toe en hij vertelde me dat ik veel op een zoon van prinses Irene leek. Waarvan akte.
Er is het één en ander aan treinen te zien in enige diversiteit op Estació de França, waaronder Rodalies, regionale treinen en enkele langeafstandstreinen van en naar Valencia bijvoorbeeld. Daar vraag ik me af: waarom zijn er zo veel verschillende namen voor langeafstandstreinen? Euromed, Alvia, Avant, AVE, Arco en zelfs Intercity in sterk mindere mate… het is niet logisch.
16. Deze foto is niet op deze dag genomen, maar het past bij het onderwerp – daarbij is het hier ook nog eens zonnig. Hierzie een trein uit de serie 130, van Talgo.
17. Een Civia als Rodalies in Cercanías livrei, uiteráárd hevig volgespoten, station Barcelona Estació de França.
18. Een blik op de stationsbekapping van Estació de França, met de volgespoten Rodalies-treinen en de schoongebleven Larga Distancia-treinen.
x
19. Dubbeldekkers hebben ze hier ook in de Rodalies, c.q. Carcanías-dienst.
20. Van alles naast elkaar, met stootblokken én een echte regionale trein in het midden.
21. Dan ook nog wat rijdende actie: deze komt als Euromed uit Valencia aangereden.
Het restant van de dag bestond uit een slagje Sitges en Tarragona.
22. Een Civia als R2 naar Vilanova i la Geltrú, te Sitges.
23. Een trein uit de serie 448 als regionale trein naar Flix. Deze trein zou ik nemen naar Tarragona.
24. Een blik in het interieur van de regionale trein en hier kan ik alvast vertellen dat de regionale treinen in Spanje “Japanse stoelen” hebben, van die stoelen waarvan je de rugleuning de andere kant op kan gooien zodat je altijd in de rijrichting kan zitten. Ik heb dat gevoel nooit begrepen, maar ik kan me inbeelden dat er genoeg mensen zijn die dat wel willen. Lekker zitten die stoelen zeker. In de video onder deze foto demonstreer ik dat.
25. Bus 85 uit Tarragona de Pont del Diable. Ja, deze bus stopt gewoon op een vluchtstrook, midden op een snelweg. Aangezien er geen tunnel is of een voetgangersbrug aan de andere kant, kunnen mensen vanaf de andere kant niet naar het aquaduct toe komen, dus staat de bushalte maar aan één kant, nl. de ‘goede’ kant…
26. Pont del Diable. Omdat de bus maar in één richting bij de bushalte in de buurt stopt, zit er niets anders op dan anderhalve kilometer te lopen naar de dan weer dichtstbijzijnde bushalte ‘Equador’ te lopen, met wat stevige klimmen en dalen.
En dan, tenslotte voor de liefhebbers, wat plaatjes van goederentreinen. Ik wordt er in het bijzonder niet warm van, maar genoeg van jullie wel.
27. Renfe Mercancías 253 027-7, te Tarragona.
28. Continental Rail 335 018-8, te Vilafranca del Penedès. Het is dat de trein hier in het semi-ondergrondse station stilstaat, zo in de avond.
Dag 12 – 8 oktober
Op deze dag zie ik op de tv dat Montserrat Caballé overleden is en juist op die dag zou ik het bekende Monestir de Montserrat gaan bezoeken. Mooi toepasselijk. Het begin van de dag bestaat uit een semi-lange wandeling van het hotel naar het treinstation van Vilafranca del Penedès.
29. Een standbeeld ter ere van de castellers, te Vilafranca del Penedès.
30. Het treinstation van Vilafanca del Penedès.
31. Een betere blik op hoe semi-ondergronds het station van Vilafranca del Penedès is, met een R4 die klaar staat voor vertrek naar Manresa.
32. Even overstappen op het station van Vilafr… nee, dit is Martorell. Die stationsgebouwen hier zijn bijna identiek aan elkaar, vooral qua kleur en dak, maar het zijn de details die anders zijn, as always. Ik moet hier overstappen van de treinen van Rodalies naar treinen van FGC en dat station ligt net effe ergens anders, hetzij wel op loopafstand.
33. Het FGC-station van Martorell Central links en het Renfe-station van Martorell rechts. Ze liggen praktisch naast elkaar en je zou ze zowat als één station beschouwen, maar nee, twee compleet verschillende ingangen, andere kaartautomaten, etc.
De treinen in kwestie zijn van FGC, dus pop ik de 50% op de kaartjes, maar die 50% korting geldt niet voor de tandradbaan (cremallera); die is in zijn geheel niet geldig met de Interrail-pass. Het is wat verwarrend, omdat er gesproken wordt van rack train en cable car in het Engels, maar eens bij de halte Monestir de Montserrat waar eigenlijk iedereen een kaartje wil kopen voor de trein (maar de trein wel mooi wacht totdat iedereen er één heeft en binnen is) toetst het personeel alles wel in wat nodig is om boven te geraken.
34. Een trein op de lijn R5 op station Martorell Central, va FGC. Ondanks dat de lijn R5 heet, wordt deze lijn niet uitgevoerd door Renfe/Rodalies, maar door FGC. Interrail passes zijn hier dan ook niet volledig geldig, maar wel met korting. Die korting is te gebruiken door bij het kopen van een kaartje aan de automaat te kiezen voor ‘familia nombrosa’, zoals eerder geschreven.
35. Een trein van de Cremallera de Montserrat, te Montserrat.
36. Nog een uitzicht, ditmaal vanaf Montserrat.
37. Een blik op de andere kant van Montserrat.
38. Naast de Cremallera tussen Monestir de Montserrat en Montserrat zijn er meerdere bergtreintjes hier.
39. Weer terug op ‘begane grond’, te Montserrat-Vila, een tussenhalte op deze Cremallera-lijn. Hier eens een goede blik op het te bestijgen traject.
40. Een vertrekkende Cremallera.
41. Vanaf het eigenlijke dorp, deze blik op de brug waar de Cremallera richting Monestir de Montserrat toe rijdt.
42. Daar ergens boven is het station Monestir de Montserrat, aan de andere kant van een brug over de nabijgelegen rivier de Llobregat.
43. Mooi toch? Bergen, de rivier de Llobregat en een eraan gelegen dorpje.
Weer terug beneden wordt een reeks aansluitingen vitaal: ik moet naar Lleida, in het westen van Catalonië, en daar rijdt maar één trein elke vier uur vanuit Manresa (eindpunt van de lijn vanuit Monistrol de Montserrat) van lijn R12 en dat is ruk. Voor mij zou dat goed te halen zijn, maar omdat ik vond dat ik moest uitslapen vandaag is het plan iets nauwer geworden. Het treintje vanuit Monistrol (al verward geraakt met Monestir?) heeft Manresa Baixador als eindstation, terwijl de trein naar Lleida langs het gewone station van Manresa rijdt waar precies de FGC-trein niet voorbij rijden en daarom stoppen kunnen Ik verlaat de laatst mogelijke trein met een aansluitingsmogelijkheid bij de halte Viladordis, waarvandaan de wandelafstand het kortst is en zo kom ik met een marge van tien minuten aan bij het ‘Renfe-station’ van Manresa. Eigenlijk is het wat jammer dat ik niet meer zien kon van Manresa, het leek me ergens wel een leuk stadje, maar ja.
44. Onderweg van het FGC-station Manresa Baixador naar het Renfe-station van Manresa en onderweg kom ik toch soms wel zulke creatieve dingen tegen.
De trein naar Lleida komt op tijd binnenrijden en ergens hoopte ik op een regionale trein met zalige stoelen, van die oude dingen, maar nee, het wordt standaard – overigens eveneens oud - Rodalies spul en dat voor twee hele uren lang. De trein blijft heel rustig gedurende de rit, maar na een uur wordt het al iets drukker, terwijl de trein het ietwat desolate, aride landschap doortuft. Morgen is de laatste dag in Catalonië en dan is het tijd voor Aragón.
45. Eindpunt voor vandaag: station Lleida Pirineus.
Dag 13 – 9 oktober
Lleida fungeert als tussenstop voor de avond om verder Spanje in te komen, want de volgende bestemming is Zaragoza. Dat wordt voor het eerst met een langeafstandstrein: een Alvia Talgo die met 250 kilometer per uur door het desolate landschap met rotsen her en der zoeft. Eerst door de bagagecontrole (jaja) en ticketcontrole. Geen gezanik verder, ik kan gewoon doorlopen.
46. Een bagagescanner te Lleida. Op geen enkel station in enig land in Europa waar ik geweest ben heb ik bagagecontroles en kaartcontroles die de toegang tot alle perrons belemmeren gezien, maar hier zijn ze heel normaal.
47. Oud spul te Lleida! Eentje uit de reeks 470.
48. Nog een oud uitziende, uitgewoonde regionale trein.
49. Deze rakker kennen we van de Eurocity’s tussen Italië en Zwitserland. Hier rijden ze ook, als reeks 114.
50. Mijn trein. Een 130 als Alvia 626 met bestemming A Coruña.
De trein komt met een lichte vertraging aanrijden, om later op tijd in het ook best desolate station van Zaragoza-Delicias aan te komen. Ergens is het best beangstigend om vooral hier een hele verzameling aan bagagecontroles tegen te komen.
51. Station Zaragoza Delicias. Een megalomaan groot station en erg weinig reizigers.
Zaragoza is een plezierige stad om in rond te lopen. Het is niet bekend bij het grote publiek, maar toch heeft het een prima sfeer, er is genoeg om te zien op een dag of twee.
52. Een tram in Zaragoza en merk op dat hier geen bovenleiding is. In de binnenstad is er inderdaad geen bovenleiding, maar daarbuiten weer wel. In dat ‘gat’ rijdt de tram op batterijen.
53. Basílica de Nuestra Señora del Pilar
54. Aljafería
Zaragoza alleen was het oorspronkelijke plan geweest, maar er kwam nog een stad tussen die ook interessant klonk: Calatayud. De dienstregelingen van de regionale treinen zijn heel moeilijk te vinden, maar met een PDF die ik met enige pijn en moeite heb gevonden op het web leek een heen en terug op dezelfde dag goed mogelijk te zijn, maar een wandeling zou niet lang genoeg kunnen duren omdat het tijdstip van vertrek naar Calatayud te laat was voor mij, maar gelukkig is er een AVE die een vroegere (en snellere) optie biedt met een trein die een kwartier doet over de route die een gewone regionale trein in iets langer dan een uur doet. Daar is die zestien euro reserveringskosten het wel waard. Die zestien euro zijn eigenlijk tien euro reserveringskosten bij Renfe zelf en zes euro bijkomende boekingskosten omdat ik de reservering moet doen bij Interrail zelf, aangezien Renfe geen optie heeft om reserveringen te doen met een Interrail-pass… Last-minute aan het loket wilde ik het sowieso niet doen omdat het een trein naar Madrid betreft en die zitten snel stampvol en ook wilde ik een taaloorlog voorkomen met mijn gebrekkige Spaans en hun – verwachte – gebrekkige kennis van Interrail-passes. Enfin, ik kon de trein op en ik kwam op tijd in Calatayud aan met de ‘ICE’, want de trein ziet eruit als een Duitse ICE, zowel van buiten (los van de kleurstelling) als van binnen.
55. Terug op Delicias, met hier het regionale treintje naar Canfranc (aan de Franse grens), die tweemaal per dag rijdt. Dat treintje zal ik de dag erna nemen in de ochtend.
56. Wachten op mijn trein, Avant 3494. Deze trein is gekoppeld met een AVE, maar ja, ondanks dat voor deze verbinding een duurdere AVE en een goedkopere Avant beschikbaar is, kon ik enkel de duurdere AVE bestellen…
57. Daar komt de ICE…nee, de AVE!
58. Calatayud, met dit museumstel er vlak naast geparkeerd.
Het stadje heeft een paar ruïnes van kastelen en een mooi uitzicht over de streek, met een zootje zonnepanelen en windturbines bovenop de heuvel. Er moet flink wat voor geklommen worden, alle huizen staan ook op elkaar gepropt op de heuvel in allerlei kleuren en toestanden. Twee prominente kerktorens in een Moorse bouwstijl zijn de primaire beeldvangers los van de kastelen dat eveneens door Moren zijn gebouwd. In dit oord zijn veel nauwe straatjes en met auto’s die er vrij rondrijden moet je maar hopen dat je niet aangereden wordt. In mijn geval was het ijdele hoop: een zwarte BMW komt met een flink tempo naar mij toe gereden, terwijl ik net een nauwe straat uitgelopen kom en de BMW er net in wil rijden. Ik denk: ik maak me breder zodat hij wel moet vertragen, als in “durf me eens aan te rijden dan!” maar in dit geval durfde de BMW’er dat ook: ik werd tegen een van de wanden van dat straatje gebeukt en mijn backpack diende als airbag. Prompt volgde een kleine tirade van mijn kant, maar de BMW reed gewoon door en ik ben gewoon doorgelopen.
59. Een uitzicht over Calatayud. Foto’s in de stad zelf staan in het album onderin deze post.
60. Desolatie.
61. Het begint donker te worden, wat de fotografieomstandigheden niet vergemakkelijkt. Deze goederentrein, 333.383.8, volgekalkt uiteraard, kon nog wel bijna helemaal scherp op de plaat.
62. Dat scherp vastleggen kon niet helemaal gezegd worden van deze foto, maar ik moet zeggen dat met de schemer en twee AVE’s die elkaar met 300 kilometer per uur kruisen dat deze foto toch best geslaagd genoemd mag noemen. Het blijft intimiderend hoe met zo’n luide knal en daarna een luid gezoef deze treinen voorbij razen.
Na Catalayud wordt het tijd voor een reserveringvrije tocht per regionale trein naar Zaragoza, die verder rijdt naar Lleida. Een tocht die toch zeker vier uur in beslag neemt.
Dag 14 – 10 oktober
Stilaan begint de weg terug aan te vangen en die lange weg terug bestaat uit drie lange dagen. Deze eerste van de drie is om eerst maar eens te proberen terug in Frankrijk te komen. Op de dag hiervoor is er een nationale staking geweest zoals er al zoveel zijn geweest in 2018, maar nu zou alles gewoon moeten rijden. Ik kan in theorie een directe hogesnelheidstrein nemen naar Marseille vanuit Zaragoza als eerste stap, maar ik kies voor een iets langere weg en tegelijkertijd ook een iets klassiekere weg, namelijk die van via Canfranc. Daar rijdt al decennia geen trein meer naar Frankrijk toe, maar nog wel een regionaal treintje. In Canfranc kan dan overgestapt worden op een bus naar Bedous om vervolgens weer een trein te kunnen nemen naar Pau aan het hoofdrailnet. Het is een interessante route, zeker gezien de natuur onderweg en de historische waarde van Canfranc. Het is zelfs mogelijk om een rondleiding te krijgen in het toenmalige, enorme stationsgebouw van Canfranc en ik heb dat ook ruim van tevoren geprobeerd, maar er is één klein probleempje: de enige rondleiding overdag in oktober begint om 12:30, terwijl de enige trein naar Canfranc overdag uit Zaragoza om 08:40 vertrekt, om 12:32 aan te komen. Dat zijn twee minuten te laat en de regel is dat je een kwartier van tevoren aanwezig bent om veiligheidsvoorschriften te bekomen, helmen op te doen etc. omdat het nu eenmaal een bouwval is. Ik heb expliciet bij de organisatie om opheldering gevraagd, maar die zeggen: nee, is te laat. Bizar ironisch toch hoe je die rondleiding door dat treinstation niet kan doen als je met de trein komt! Volkomen gestoord en vooral jammer, zou je kunnen zeggen. Ook gestoord is het idee dat je bijna vier uur lang onafgebroken in een lawaaierige, stinkende dieselmotorwagen gaat zitten voor je lol, maar het moet gezegd: de stoelen zijn van het type lekker, het toilet is zalig (alles werkt en is schoon) en het landschap is mooi met rivieren en bergen, maar het lijkt me volkomen onrealistisch dat pendelaars dit kreng effectief gebruiken met zo’n magere dienst van twee treinen per dag per richting. De bezetting rechtvaardigt wel de inzet van een enkele motorwagen. Deze motorwagen rijdt een stuk over dezelfde route als de AVE, tot aan Huesca. Diezelfde AVE is in september in EenVandaag nog onder de aandacht gebracht omdat het stopt in een station dat een dorpje van nog niet eens 1000 inwoners bedient, met de naam Tardienta, waar zowat niemand die trein gebruikt omdat het a veel duurder is dan een regionale trein en b omdat iedereen een auto heeft die veel makkelijker is. In heel Spanje wordt er veelal geïnvesteerd in megalomane projecten waar vervolgens nauwelijks iemand gebruik van maakt. Klassiek voorbeeld zijn de scènes die in Top Gear voorbij zijn gekomen van een volkomen verlaten vliegveld waar niks vertrekt en/of aankomt en de vele snelwegen die verlaten zijn omdat ze tolwegen zijn – met de tol die niemand wil en/of kan betalen. Dan schiet zo’n primitief land als Spanje in de modus waarin niemand het ook maar iets kan schelen en ze zelf maar de slagbomen omhoog doen met een bezem en vrolijk doorracen. We moesten eens weten wat er nog meer gebeurt aan schimmige dingen. Enfin, Ik kom na een ontieglijk lang stuk rijden in Canfranc aan: een ‘provisorisch’ perronnetje, een huisje waar kaartjes verkocht worden aan één kant en het enorme monumentale bouwwerk dat je gerust een paleis mag noemen aan de andere kant.
63. Het regionale motorwagentje dat de tocht naar Canfranc verzekert. Met zo weinig reizigers is het ergens wel logisch dat je zulke kleine treintjes inzet, maar ja, met zo’n serie aan dienstregelingen hier is dat best logisch.
64. De andere kant van het motorwagentje te Zaragoza Delicias, met de seinen de ‘goede’ kant op.
65. Na een veel te lange tocht, aangekomen te Canfranc. Het monumentale pand met het motorwagentje aan het provisorische perronnetje. Het stationsgebouwtje rechts is nog bemand.
66. Indrukwekkend is het landschap zeker, maar hier is verder gewoon geen drol te doen.
Ik kan geen rondleiding volgen dus door een waardeloze dienstregeling, dan wel een povere organisatie van de dienst toerisme in Aragón, maar nu moet ik de bus op, en die vertrekt pas over twee uur tegen 14:41 omdat niemand hier enig idee heeft wat aansluitingen betekenen. Ik vermoed dat het bewust gedaan is om de mensen hier te houden en ze geld te laten uitgeven, maar het is alleszins ronduit belachelijk. Ik ben niet de enige die naar Frankrijk toe moet. Een paar Franse vrouwen kijkt ook naar de dienstregeling van de bus en die constateren ongeveer hetzelfde nadat ik hen uitleg dat die bus rijdt, zij het pas over twee uur. Ze besluiten niet te wachten en kunnen meerijden met een oud koppel. Ze vragen of ik mee wil, wat ik natuurlijk niet weiger. In dit soort gevallen is het een zegen om Frans te kunnen spreken omdat ik nu één van hun ben en ik met hen mee kan rijden in een auto met een dak dat van glas is, dus heb ik er een extra panoramabeleving bij gekregen, naast een hoop babbels waarvan ik de helft toch niet begrijp: mijn Frans is niet fantastisch, maar wel net genoeg om ermee te kunnen overleven, zeg maar. Ook om te begrijpen dat de één het continu over politiek heeft en dat de andere die doodmoe van wordt Op het tijdstip dat die bus eigenlijk zou vertrekken uit Canfranc kom ik in Pau aan: heerlijk. Op dit moment begin ik me stilaan af te vragen of die Interrail-pass prijstechnisch het nog waard is, gezien de vele bussen die ik intussen genomen heb en wat allemaal nog meer niet.
Na dat alles is het nu tijd voor het verplichte rondje door het prachtige Pau en het eveneens verplichte ritje met de kabelbaan de heuvel op.
67. Kabeltreintjes te Pau.
68. Het station ligt flink lager dan de binnenstad en daar is dit gratis kabelbaantje wel handig bij.
69. Nog een foto van Pau.
70. Het stationsgebouw van Pau.
71. Ellende.
72. Deze trein reed wel, hetzij in de – voor mij – verkeerde richting.
Bij terugkomst op het station kom ik erachter dat alle treinen naar mijn volgende bestemming en tevens verblijf, Lourdes, uitvallen omwille van een aanrijding met een persoon. Het is vrij plotseling gebeurd en er moet en passant iets geregeld worden. Er wordt een vervangingsbus aangegeven, maar die vertrekt met een half uur vertraging. Iedereen werd al ongeduldig, ik helemaal, maar ja, eens we rijden begint dan de tocht naar het bedevaartsoord.
Driekwart van alle passagiers stapt hier uit. Lourdes ligt voor mij strategisch handig en de verblijven zijn er voordelig, maar het mythische trekt natuurlijk ook wel aan. Ikzelf ben niet religieus, maar het is interessant om te zien hoeveel mensen er nog altijd op af komen.
73. De grot tijdens etenstijd. Lekker rustig.
74. Blik op de cathedraal van Lourdes in het donker.
Dag 15 – 11 oktober
75. En plots was het weer licht.
76. Nee, het is geen Disneyland hier.
77. Het station van Lourdes. Rustig bij een gebrek aan treinen.
78. Wie komt toch op zoiets, zo’n onlogische perronbenummering???
Ik wil naar Toulouse toe, maar alle TER’s naar Toulouse zijn opgeheven en vervangen door bussen. Ik heb natuurlijk na al die bussen waar ik al in heb gezeten geen trek in een rit van drie uur in een herriemakende, slingerende touringcar. ’t Is een railpass die ik heb, geen buspass. Dus, met begrip voor de vertraging van een half uur dat ik zal hebben, neem ik een intercity die wél rijdt, weliswaar twee uur later, maar ja, die doet er ook twee keer zo snel over als de bus. Ik heb geen zin om twee uur in Lourdes te blijven en daar heb ik wel een tussenoplossing voor, namelijk een TER die toevallig rijdt tot Tarbes. Ik heb geen idee wat er in Tarbes te doen is, dus dood ik daar de tijd maar door wat te gaan eten.
79. Een TER in Lourdes, met bestemming Tarbes.
80. Once you see it, you can’t unsee it.
81. Et0n op z’n Frans, met les moules en du vin blanc.
82. SNCF 107297 met intercityrijtuigen. Precies dat soort getrokken materieel verzekerde de Intercités-dienst naar Toulouse. Zalig, zo voor een afsluitende een-na-laatste dag.
Ik heb nog niet eerder in een formele intercity in Frankrijk gereden, maar het is hetzelfde als een TER tussen Genève en Aix-les-Bains en Aix-les-Bains en Annecy: getrokken rijtuigen met zalige banken, alhoewel deze getrokken rijtuigen echt de bestickering van Corail nog hebben. De rit verloopt geschiedenisloos, lekker een tukkie doen in de zachte, lekker doorzittende stoelen, want buiten valt toch al niet zoveel te zien. In Toulouse wordt het deel 2 van de wandeling aldaar en dat gaat eerst per metro, van hetzelfde soort als in Lille: automatische treinen, met rubberen banden en een frequentie van eens in de één à twee minuten. Ook hier, net als de automaten voor de TER, is de bediening volkomen verouderd en bizar, met een cillinder die gedraaid moet worden om te kunnen navigeren. In het tijdperk van afwezigheid van de touchscreens, was dit één van de manieren om zoiets te kunnen doen, denk ik maar zo. Zolang het nog werkt, ook nog eens…
Toulouse is mooi om doorheen te lopen, met de rivier, de oude stadskern, verborgen pareltjes en een algemene prima sfeer. Lang houd ik het er niet uit en besluit ik om nog ergens heen te gaan. Dat wordt Albi, op een uur van Toulouse. Als ik de trein van 16:38 neem, heb ik genoeg tijd om er rustig rond te lopen, omdat ik om 20:13 de trein terug moet hebben. Er komt hierna geen trein meer waarmee ik aansluiting heb op de nachttrein naar Parijs die ik vanavond neem met vertrek 22:30. De trein van 20:13 komt weliswaar om 21:18 aan, met zodoende meer dan een uur overstappen, maar da’s op zich niet heel erg. Als die trein van 20:13 niet zou rijden, dat zou pas erg zijn! Enfin, de trein naar Albi is vol met een enkel drieledig dieselig stel. De hele reis moet ik staan en met benen die er net twee weken aan wandelen op hebben zitten is dat geen feest.
83. Toulouse, met de rivier de Garonne.
84. In Albi komt intussen deze 81854 als TER uit Rodez aangestormd.
In Albi staat het verkeer goed vast, met tot ver voorbij de binnenstad een ellenlange file waarvan mij de oorzaak onbekend is. Het binnenstadje zelf is lekker rustig en mooi traditioneel. Het wordt het rode stadje genoemd en het is wel te begrijpen waarom dat zo is. Met een blik op de binnenstad vanop de oude brug en blik vanuit het binnenterrein van het kasteel op de kasteeltuin kun je je hier wel een paar uur goed vertoeven. Het heeft voor mij een beetje een ‘Ingolstadtcomplex’ van een compleet onbekend oord dat je spontaan bezoekt in de lange tussentijd tot je volgende langeafstandstrein (of verblijf) omdat je een beetje genoeg hebt van de grote stad waar je je nu in bevindt. De oorsprong ervan was vorig jaar met kerst toen ik in München was, ik München beu was en ik maar de eerste de beste trein nam die op het bord stond, helemaal naar het eindpunt toe (Ingolstadt) om daar te zien of er ook een gezellige kerstmarkt was en of er uiteindelijk nog een trein terug was op een gunstig tijdstip dat mij zou schikken. Ingolstadt was een leuk oord zo in de avond, vlak voor de nachttrein, en Albi is dat nu ook, met als verschil dat ik Albi wel al kende en ik er wel aan gedacht heb om het te bezoeken als ik het zou kunnen.
85. De bijnaam ‘het rode stadje’ is bij dezen wel gerechtvaardigd denk ik.
86. Een prachtige kasteeltuin met blik op het nabijgelegen stroompje de Tarn.
Terug op het station is de nachtmerrie werkelijkheid geworden en vindt er een klein vocaal aardbevinkje plaats: de trein naar Toulouse van 20:13 is ‘supprimé’, ofwel geannuleerd.
87. Asdfghjkl te Albi, of Asdfghjklbi dan.
Een lichte paniek komt in mijn hoofd, maar bij het zien van een vervangingsbus die pas om 20:40 (!) vertrekt begin ik te rekenen: een bus doet er sowieso langer over, tenminste anderhalf uur en dat gaat héél krap worden. Ik ben niet de enige die de nachttrein moet halen en iemand weet voor zichzelf en zijn fiets vervangingsvervoer te regelen in de vorm van een klein autootje waar de fiets inpast, maar ikzelf niet. Dan ben ik maar gedoemd om de bus te nemen. Een voordeel van deze bus is dat deze op tijd opgetrommeld is en dat deze tocht zo niet spontaan de mist in zou kunnen gaan. Ik vraag aan de balie wat de reden is van het uitvallen van de trein: er is iets met de machinist. Wat weet ik niet, maar het zou wel heel treurig zijn als die niet aanwezig zou zijn in een tamelijk afgelegen oord als Rodez. Hoe het ook zij, om 20:28 komen er twee bussen aan: een die direct vertrekt en een die pas vertrekt tegen 20:40 zoals aangegeven. Met de directe bus mee dus die op alle stations in de eerste helft stopt en het was echt nodig om tien minuten eerder te vertrekken: we komen aan om 22:18, wat nu nog ruim voldoende is om rustig naar de bagage- en ticketcheck te gaan, maar als die nu stipt vertrokken was, was ik de pineut geweest. Ook een voordeel is geweest dat het verkeer rustig was op deze donderdag (en geen vrijdag).
88. Scheuren met de semi-directe vervangingsbus.
89. Na een relatief lange tocht kom ik dan aan op Toulouse-Matabiau met nog minder dan 10 minuten op de klok en op de displays daar zie ik dat de nachttrein met 5 minuten vertraging vertrekt, ondanks dat ‘ie al klaarstond: ik denk dat de SNCF er wel degelijk rekening mee gehouden heeft dat er nog buspassagiers kwamen van geannuleerde treinen die deze overstap moesten hebben. De kosten-batenanalyse is vlot gemaakt: beter de trein vijf minuten te laat vertrekken en iedereen mee, dan op tijd vertrekken en de achtergelaten reizigers een hotel geven en hun tarieven terugstorten. Kudo's!
90. De Intercités de Nuit 3730, gereed te Toulouse-Matabiau op spoor 1. Of ‘ie nu op tijd vertrokken was op niet, de nachttrein komt uiteindelijk aan in Parijs Austerlitz met 25 minuten vertraging.
Dag 16 – 12 oktober
Voor het eerst in mijn leven ben ik dan eindelijk in Parijs. Ik heb er een dag te vullen tot het moment dat ik direct terug naar huis toe rijd.
91. De trekkende kracht van mijn Intercités de Nuit, de 507230, op het eindpunt Paris Austerlitz.
92. Een Fret was hier ook te vinden in de bouwput van Austerlitz, deze 407212.
93. Austerlitz ligt op loopafstand van Gare de Lyon en daar is uiteraard Le Train Bleu te vinden.
Ik heb een e-ticket voor het paleis van Versailles weten te ritselen (onder meer gratis voor inwoners van de EU onder de 26 jaar) waar ik in de ochtend heen kan, maar voordat ik in Austerlitz de directe trein naar Versailles nemen kan, krijg ik een déjà vu met de gesloten poortjes in Barcelona, want hier in Parijs is precies hetzelfde, behalve dat het hier verbazingwekkend veel sneller gaat. Mooi, denk ik dan, dan krijg je een apart klein kaartje waarmee je de poortjes open kan doen.
94. Een trein die als RER aangekomen is op station Versailles Château Rive Gauche.
95. Château de Versailles. Het is gewoonweg te groot om op één foto te proppen op de grond.
96. Binnenin het Château, in de bekende spiegelzaal.
97. Daar issie dan. Heb ik ‘m ook weer gezien. Herinneringen aan Arie en Bastiaan komen subiet weer boven.
Eens Versailles gezien is, werkt dat tijdelijke laissez-passer-kaartje voor de RER niet meer, dus ik weer naar de balie en ik krijg weer zo’n kaartje, hetzij iets anders dan de vorige, maar ja, het poortje gaat open en ik kan door, direct vanuit Versailles-Château-Rive-Gauche naar Champ de Mars - Tour Eiffel. Mijn geïmproviseerde plan is om vanaf hier via het Louvre naar Gare du Nord te gaan lopen. Ik moet er 16:10 zijn omdat dan mijn TGV naar Lille vertrekt, dus ik heb nog wel even om een beetje een indruk te krijgen van Parijs. Mijn indruk in kwestie: het centrum is opvallend decadent, blank en net, op zich en alles wat eromheen ligt, juist niet.
Na een tijdje ben ik het wandelen beu en wil ik met de RER vanuit Châtelet - Les Halles direct naar Gare du Nord, maar daar kom ik niet binnen. Er is 0 SNCF-personeel in zicht en de dame in de informatiebalie helpt mij ook totáál niet. Het is er een van RATP en de RER wordt precies niet uitgevoerd door de SNCF en die willen er volgens mij ook helemaal niets mee te maken hebben. Het punt met dit station is dat hier zowel RER-treinen als de metro metro actief zijn en ondanks dat ik met de RER wil met een geldig vervoersbewijs, wil niemand voor mij de poortjes openen omdat ik ook de metro zou kunnen nemen. In de categorie ‘dingen die me behoorlijk pissig maken’: dit is er één van Zodoende is mijn advies: als je naar Gare du Nord wilt met een Interrail-pass: neem dit station niet, tenzij het je een zorg zal zijn dat je 1,70 betaalt voor een enkel kaartje voor weet ik veel om alleen het poortje te kunnen openen bij wijze van spreken.
98. Gare de l’Est.
99. Een stukje verderop, Gare du Nord.
Na een langere wandeling naar Gare du Nord, heb ik een uur te vullen. Een wandeling naar het Sacre Coeur was oorspronkelijk het plan, maar daar heb ik nu precies geen zin meer in en wat me nog pissiger maakt, is dat het er verschrikkelijk druk is en vooral dat er 0 bankjes op Gare du Nord zijn. Ik besluit maar op de grond te zitten en daar maar de Wifi leeg te zuigen.
100. Gare du Nord weer.
Traditioneel, een kwartier voor vertrek, wordt het spoor bekend en begint er de volksverhuizing plaats te vinden die ons weer met een vertraging van 10 minuten opzadelt bij vertrek, ondanks dat de trein al ruim en breed klaar voor vertrek was. Het kan ook nooit helemaal goed gaan. Voor mij geen Thalys vandaag, maar wel een TGV naar Lille. Ik kom er nu achter dat ‘kaartjes’ (het zijn eigenlijk full-sized biljetten hier in Frankrijk) voor de TGV ook zonder vaste zitplaatstoewijzingen bestaan. Spontaan komt een oude heer naast me zitten en daar moet ik even voor opstaan. Hij verontschuldigt zich, waarop ik zeg “C’est pas grève”. Ik realiseer me direct dat het verkeerd is, waarna ik me direct verbeter met “…grave” en later “C’est pas grave ce n’est pas la grève”. Iedereen lol natuurlijk.
101. Waar ik ook achter ben gekomen. Het toiletpapier aan boord van deze TGV is roze.
In Lille heb ik een comfortabel lange overstap van intussen nog 35 minuten op de directe trein naar Antwerpen. De treinbegeleiders doen goed hun best: ik word drie keer gecontroleerd onderweg, terwijl ik onderweg in de trein naar Nederland en eenmaal terug op vaderlands grond helemaal niet gecontroleerd ben Ach ja. Het mooie van deze IC uit Lille naar Antwerpen is dat deze niet via Brussel rijdt en dat vind ik altijd prettig). In Berchem stap ik uit, neem ik de IC naar Amsterdam tot Rotterdam (grotere kans op een zitplaats, daarom) om daar nog een traditioneel dönertje te halen en daarna op de directe intercity naar Haarlem te stappen. Zo geraak ik stilaan thuis met nog één overstap voor de boeg.
Dat was het dan, het drieluik Zwitserland-Frankrijk-Spanje. Genoeg gezien om te laten bezinken, om de dag na het weekend weer aan het werk te gaan. Mijn voeten zijn mij weer beu voor een tijdje en dan moet het proces van back-uppen en sorteren nog beginnen. Het album met veel meer foto's staat hier. Moltes graciès voor het lezen en wie weet waar ik de volgende keer heen ga. Wellicht ga ik in februari nog ergens naartoe.
Een later verschenen post over diverse tochten door België, Noord-Frankrijk en Limburg staat hier.